User manual

63
De camera met een smartphone bedienen
Als de verbinding wordt verbroken terwijl u op afstand een movie
opneemt, reageert de camera als volgt:
Wanneer de schakelaar voor Live View-opnamen/movie-opnamen is
ingesteld op <k>, wordt het opnemen van movies voortgezet.
Wanneer de schakelaar voor Live View-opnamen/movie-opnamen is
ingesteld op <A>, wordt het opnemen van movies gestopt.
Wanneer de schakelaar voor Live View-opnamen/movie-opnamen is
ingesteld op <A> en de moviemodus is ingesteld via Camera Connect,
kunt u geen opnamen maken door de camera te bedienen.
Zolang de verbinding actief is, kunt u [Meerdere opnames], [RAW-
beeldverwerking], [Bijsnijden] of [Wijzig formaat] niet selecteren.
Bij opnamen op afstand wordt de AF-snelheid mogelijk minder.
Afhankelijk van de verbindingsstatus wordt de opnameweergave of
sluiter mogelijk vertraagd.
Tijdens het opslaan van opnamen naar een smartphone kunt u geen foto
maken, zelfs niet als u op de ontspanknop van de camera drukt. Ook
wordt het LCD-scherm van de camera mogelijk uitgeschakeld.
Zelfs als movies in MOV-indeling worden weergegeven in de lijst,
kunnen deze niet worden opgeslagen op een smartphone. Afhankelijk
van het besturingssysteem van de smartphone, kunnen movies in MP4-
indeling mogelijk niet worden opgeslagen.
De verbinding wordt verbroken als u de aan-uitschakelaar van de
camera instelt op <2> of als u het kaartsleufklepje opent.
Als u RAW-opnamen naar een smartphone verzendt, worden deze
opgeslagen als JPEG-opnamen met een groter/kleiner formaat.
Wanneer er verbinding is, werkt de camerafunctie voor automatisch
uitschakelen niet.
Het is raadzaam om gedurende de verbinding de
energiebesparingsfunctie van de smartphone uit te schakelen.