User manual

Table Of Contents
139
3 Fijnafstelling van het scherpstelpunt bij automatische scherpstelling
4
Maak de aanpassing.
Stel de mate van aanpassing in. Het
instelbare bereik is ±20 stappen.
Door een instelling in de richting van '-: '
te kiezen, brengt u het scherpstelpunt
meer naar voren ten opzichte van het
standaard scherpstelpunt.
Door een instelling in de richting van '+: '
te kiezen, brengt u het scherpstelpunt meer
naar achteren ten opzichte van het
standaard scherpstelpunt.
Druk na het doorvoeren van de
aanpassing op <0>.
Selecteer [Alles even veel] en druk
vervolgens op <0>.
5
Controleer het resultaat van de aanpassing.
Maak een opname en geef deze weer
(pag. 344) om het resultaat van de
aanpassing te controleren.
Wanneer de resulterende opname
wordt scherpgesteld vóór het gewenste
punt, maakt u de aanpassing naar de
'+: '-richting. Wanneer wordt
scherpgesteld achter het gewenste
punt, maakt u de aanpassing naar de
'-: '-richting.
Voer de aanpassing indien nodig nogmaals uit.
Als [
Alles even veel
] wordt geselecteerd, is afzonderlijke aanpassing van de automatische
scherpstelling niet mogelijk voor de groothoekstand en telestand van zoomlenzen.