User manual

Table Of Contents
175
U kunt een basis-Picture Style selecteren, zoals [Portret] of
[Landschap], de parameters daarvan naar wens aanpassen en de stijl
vervolgens vastleggen onder [Gebruiker 1], [Gebruiker 2] of
[Gebruiker 3]. Dit is handig wanneer u vooraf meerdere beeldstijlen
met verschillende instellingen wilt definiëren.
U kunt ook de parameters aanpassen van een beeldstijl die met EOS
Utility (EOS-software, pag. 550) op de camera is vastgelegd.
1
Selecteer [Beeldstijl].
Selecteer op het tabblad [z1] de
optie [Beeldstijl] en druk vervolgens
op <0>.
Het keuzescherm voor beeldstijlen
wordt weergegeven.
2
Selecteer [Gebruiker *].
Selecteer [Gebruiker *] en druk op
de knop <B>.
3
Druk op <0>.
Als [Beeldstijl] is geselecteerd, drukt
u op <0>.
4
Selecteer de basisbeeldstijl.
Selecteer de basisbeeldstijl en druk
vervolgens op <0>.
Als u de parameters wilt aanpassen van
een beeldstijl die met EOS Utility (EOS-
software) op de camera is vastgelegd,
selecteert u hier de beeldstijl.
3 Een beeldstijl vastleggen