User manual

Table Of Contents
222
De tijdinformatie die wordt ontvangen van GPS-signalen, kunt u
instellen in de camera. De foutmarge is circa ± 0,02 sec.
1
Controleer de instelling [GPS].
Controleer of [GPS] is ingesteld op
[Modus 1] of [Modus 2].
2
Selecteer [Aut. tijdinst.].
3
Selecteer de gewenste instelling.
Selecteer [Auto-update] of
[Nu instellen] en druk vervolgens op
<0>.
[Auto-update] werkt de tijd bij
wanneer de camera is ingeschakeld
en een GPS-signaal wordt
ontvangen.
Tijd van GPS instellen op de camera
Als signalen van ten minste vijf GPS-satellieten niet kunnen worden
ontvangen, kan de tijd niet automatisch worden bijgewerkt. [Nu
instellen] wordt dan grijs weergegeven en is niet selecteerbaar.
Zelfs als [Nu instellen] kan worden geselecteerd, kan de tijd mogelijk
niet worden bijgewerkt wegens een ongunstige timing van de GPS-
signaalontvangst.
Wanneer [Aut. tijdinst.] is ingesteld op [Auto-update], kunt u de datum
of tijd niet handmatig instellen met [52: Datum/tijd/zone].
Als u Wireless Transmitter WFT-E8 of WFT-E6 gebruikt (afzonderlijk
verkrijgbaar) en de tijd niet wilt wijzigen na het uitvoeren van [Sync.tijd
tussen camera's], stelt u [Aut. tijdinst.] in op [Uitschakelen] in stap 2.