User manual

Table Of Contents
7 Aangepaste bediening
452
Alleen wanneer u de knop die aan deze functie is toegewezen indrukt, kunt u de
AF toepassen met de volgende instellingen: AF-gebiedsselectiemodus (pag.
91), Trackinggevoeligheid (pag. 118), Versnelling/vertraging volgen (pag. 119),
AF-punt aut. schak. (pag. 120), AI Servo 1e beeldvoorkeur (pag. 122), en AI
Servo 2e beeldvoorkeur (pag. 123). Dit is handig wanneer u de AF-kenmerken
wilt wijzigen tijdens AI Servo AF.
*2: Druk terwijl het instellingenscherm wordt
weergegeven op de knop <B> om het scherm
met gedetailleerde instellingen weer te geven.
Draai aan het instelwiel <5> of <6> om de
parameter te selecteren die u wilt instellen en druk
op <0> om er een vinkje [X] bij te zetten. Als u
een parameter selecteert en op <0> drukt, kunt u
de parameterinstelling aanpassen. Als u op de
knop <L> drukt, worden de standaardinstellingen
hersteld.
U kunt de AF-bediening wisselen. Wanneer u in de modus 1-beeld AF
op de knop drukt waaraan deze functie is toegewezen, schakelt de
camera over naar de modus AI Servo AF. Als u in de modus AI Servo
AF op de knop drukt, schakelt de camera over naar de modus 1-beeld
AF. Dit is handig als u steeds heen en weer moet schakelen tussen
1-beeld AF en AI Servo AF voor een onderwerp dat steeds beweegt en
dan weer tot stilstand komt.
*3:
Druk terwijl het instellingenscherm wordt weergegeven op de knop <
B
> om [
Alleen bij
vasthouden schakelen
] of [
Elke keer schak. bij drk. knop
] te selecteren.
Als u terwijl de meettimer actief is op de knop drukt die aan deze functie
is toegewezen, kan het scherpstelpunt worden ingesteld op het
geregistreerde AF-punt.
*4: Druk terwijl het instellingenscherm wordt weergegeven op de knop <B> om
[Alleen bij vasthouden schakelen] of [Elke keer schak. bij drk. knop] te
selecteren. Zie pagina 450 voor informatie over het registreren van het AF-punt.
: Naar ingestelde AF-functie gaan
: ONE SHOT z AI SERVO
: Naar ingesteld AF-punt gaan