CANON INC. 30-2 Shimomaruko 3-chome, Ohta-ku, Tokyo 146-8501, Japan Europa, Afrika & Midden-Oosten CANON EUROPA N.V. PO Box 2262, 1180 EG Amstelveen, Nederland Raadpleeg uw garantiekaart of ga naar www.canon-europe.com/Support voor informatie over het dichtstbijzijnde Canon-kantoor Dit product en de hieraan gekoppelde garantie worden in landen in Europa geleverd door Canon Europa N.V. Wired-LAN Instructiehandleiding Deze instructiehandleiding is geldig vanaf april 2015.
Functies van de LAN-verbinding via kabel op de EOS-1D X maken de volgende handelingen mogelijke.
De cameratijd synchroniseren Slavecamera LAN-kabel Mastercamera Slavecamera Hub LAN-kabel Mastercamera 3
Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt In deze handleiding wordt ervanuit gegaan dat uw LAN-verbinding via kabel en FTP-server zijn ingesteld. Voor informatie over de configuratie van deze instellingen, raadpleegt u de documentatie die bij de respectievelijke apparatuur is meegeleverd. De termen in haken [ ] geven knop- of pictogramnamen aan of andere software-elementen. Haken geven ook de menu-items van de camera aan.
Hoofdstukken Inleiding 2 1 Basisnetwerkinstellingen 9 2 Beelden overbrengen naar een FTP-server 21 3 Opname op afstand met EOS Utility 43 4 Opnamen maken op afstand met WFT-server 49 5 De camera gebruiken als een mediaserver 65 6 Instellingsinformatie beheren 69 7 De cameratijd synchroniseren 79 8 Problemen oplossen 83 9 Referentie 99 5
Inhoudsopgave Inleiding Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt ................... 4 Hoofdstukken ................................................................................................... 5 Inhoudsopgave ................................................................................................. 6 1 Basisnetwerkinstellingen LAN-verbinding via kabel................................................................................ Voorbereiding ...........................
Inhoudsopgave 6 Instellingsinformatie beheren 7 De cameratijd synchroniseren 8 Problemen oplossen 9 Referentie 69 Instellingen controleren ................................................................................... 70 Instellingen wijzigen ........................................................................................ 72 Instellingen opslaan en laden.......................................................................... 76 79 Tijd synchroniseren ..............................
1 Basisnetwerkinstellingen Configureer de basisnetwerkinstellingen door de verbindingsinstructies op het menuscherm van de camera te volgen.
LAN-verbinding via kabel Verbinden via een LAN-kabel Open het Ethernet RJ-45aansluitingenklepje en sluit de LAN-kabel aan. LAN-kabel Gebruik een goed beschermde 5e of hogere STP (afgeschermd getwist paar) Gigabit Ethernet-kabel.
Voorbereiding [Via FTP], [EOSUtility], [WFTserver] De verbindingsinstructies helpen u verbinding te maken met de camera via een LAN-verbinding met kabel. Stel de EOS-1D X en de computer van te voren in zodat u de camera via een bekabeld LAN met de computer kunt verbinden. [MediaServ.] Stel een televisie, digitaal fotolijstje of vergelijkbare mediaspeler compatibel met DLNA* in zodat deze klaar voor gebruik is nadat de verbinding met de EOS-1D X tot stand is gebracht.
De connectiewizard weergeven In dit gedeelte wordt de flow van de verbindingsinstructies uitgelegd. Indien er een foutmelding wordt weergegeven, raadpleegt u "Problemen oplossen" in Hoofdstuk 8 (pag. 83) en controleert u de instellingen. Wanneer u tijdens de configuratie op de ontspanknop of een andere camerabediening drukt, worden de verbindingsinstructies afgesloten. Druk niet op de ontspanknop of andere bediening tot de configuratie is voltooid.
De connectiewizard weergeven [Connectie wizard]. 5 Selecteer Het scherm [Selecteer communicatie methode] wordt geopend. Het lampje op de camera gaat knipperen.
De communicatiemethode en het LAN-type selecteren De communicatiemethode selecteren Draai aan het instelwiel <5> om de communicatiemethode te selecteren en druk op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan. • Via FTP Selecteer deze optie om de vastgelegde beelden over te brengen naar een FTP-server. Wanneer u opnamen maakt, kunnen ze automatisch worden overgebracht of u kunt opnamen later selecteren om over te brengen.
De communicatiemethode en het LAN-type selecteren • EOSUtility Selecteer deze optie voor opname op afstand via een bekabeld LAN met gebruik van de EOS Utility (EOS-software). Naast opname op afstand worden bijna alle camerahandelingen in EOS Utility ondersteund, behalve firmware-updates omdat deze optie een bekabeld netwerk gebruikt in plaats van een USB-kabel. Vereist een computer waarop EOS Utility (EOS-software) is geïnstalleerd.
De communicatiemethode en het LAN-type selecteren Het LAN-type selecteren Zorg dat [Kabel] is geselecteerd en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan.
De netwerkinstellingen configureren Draai aan het instelwiel <5> om de configuratiemethode voor de netwerkinstellingen te selecteren en druk op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan. [Autom. instellen] Instellingen die anders zijn geconfigureerd met [Handm. Instellen] kunnen automatisch worden geconfigureerd.
De netwerkinstellingen configureren Instellingen configureren voor de communicatiemethode De volgende instructies zijn voor het instellen van schermen en variëren afhankelijk van de communicatiemethode (Via FTP, EOS Utility, WFTserver of Mediaserver), zoals hieronder wordt getoond. Lees de pagina die de geselecteerde communicatiemethode beschrijft. Via FTP Hoofdstuk 2 (pag. 21) EOSUtility Hoofdstuk 3 (pag. 43) Gebruikers van EOS Utility versie 2.
De netwerkinstellingen configureren WFTserver Hoofdstuk 4 (pag. 49) MediaServ. Hoofdstuk 5 (pag.
De netwerkinstellingen configureren Bediening van virtueel toetsenbord Het virtuele toetsenbord wordt weergegeven voor de invoer van de servernaam en andere gegevens. Overschakelen tussen invoergebieden Om over te schakelen tussen invoergebieden, drukt u op de knop . De cursor verplaatsen Draai aan het instelwiel <5> om de cursor te verplaatsen. U kunt ook <9> gebruiken om de cursor te verplaatsen. Tekst invoeren Draai in het onderste invoergebied aan het instelwiel <5> om de cursor te verplaatsen.
2 Beelden overbrengen naar een FTP-server Met overdracht via FTP kunt u elke opname automatisch overbrengen naar de FTP-server terwijl u opnamen maakt, of u kunt opnamen in batches overbrengen na de opname.
FTP-communicatie-instellingen configureren Deze instructies zijn een vervolg op hoofdstuk 1. 1 Draai aan het instelwiel <5> om [Adres instelling] te selecteren. Druk vervolgens op <0>. u de DNS-serverinstelling instelt 2 Als op [Inschakelen], wordt het scherm links weergegeven. Druk op <0> om de invoerpositie te selecteren en draai vervolgens aan het instelwiel <5> om het IP-adres van de FTP-server in te stellen. Als u het IP-adres van de DNS-server instelt op [Autom. toeken.] of [Handm.
FTP-communicatie-instellingen configureren de instellingen bij 4 Configureer [Passieve modus]. Indien de foutmelding 41 ("Kan niet verbinden met FTP server") wordt weergegeven in stap 8, kan de fout mogelijk worden opgelost door [Passieve modus] in te stellen op [Gebr.]. Configureer de instellingen bij [Proxy 5 server]. Draai aan het instelwiel <5> om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op <0> om naar het volgende scherm te gaan. de instellingen bij [Login 6 Configureer methode].
FTP-communicatie-instellingen configureren [OK] op het 8 Selecteer confirmatiescherm dat nu wordt weergegeven en druk op <0>. Het lampje op de camera wordt groen. Druk op <0> en draai aan het 9 instelwiel <5> om de set te selecteren. Druk vervolgens op <0>. Draai aan het instelwiel <5> om [OK] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Nadat de connectiewizard is gesloten, wordt het menuscherm weer weergegeven. De netwerkinstellingen voor de FTP-overdracht zijn nu geconfigureerd.
Automatische beeldoverdracht na elke opname Een opname kan direct nadat deze is gemaakt, automatisch worden overgebracht naar de FTP-server. U kunt zelfs opnamen blijven maken terwijl andere opnamen worden overgebracht. Voordat u opnamen maakt, dient u een geheugenkaart in de camera te plaatsen. Indien u opnamen maakt zonder deze op te slaan, worden ze niet overgebracht. Automatische overdracht van films wordt niet ondersteund.
Automatische beeldoverdracht na elke opname [Autom. overbr.]. 4 Selecteer Selecteer [Inschak.]. de opname. 5 Maak De gemaakte opnamen worden overgebracht naar de FTP-server. Maximumaantal opnamen Aantal opnamen (circa) Normale temperatuur (23 °C) Minimumtemperatuur (0 °C) 950 740 * Bij een volledig opgeladen LP-E4N-batterij. * [LAN-energiebesp: Inschak] * Gebaseerd op de norm van de Camera & Imaging Products Association (CIPA).
Automatische beeldoverdracht na elke opname Het formaat of het type opnamen instellen voor overdracht Voor automatische overdracht kunt u bepalen welke opnamen wilt overbrengen wanneer u opnamen van verschillende formaten naar aparte kaarten opslaat of wanneer u zowel RAW- als JPEG-bestanden opslaat. 1 Selecteer [Communicatieinstellingen]. 2 Selecteer [Netwerkinstellingen]. Als [Communicatiefunct.] is ingesteld op [Inschak.] kunt u [Netwerkinstellingen] selecteren. 3 Selecteer [Stel in].
Automatische beeldoverdracht na elke opname het formaat of het type 5 Selecteer opnamen voor overdracht. Indien u kleinere JPEG-bestanden wilt overbrengen wanneer de camera is ingesteld om grotere JPEG-bestanden op de ene kaart en kleineren op een andere op te slaan, stelt u [JPEG form. v trans.] in op [KleinerJPEG].
Automatische beeldoverdracht na elke opname LAN-energiebeheer inschakelen Selecteer in het menu [Communicatie-instellingen] [Netwerkinstellingen] [Stel in] [LAN-energiebesp.]. Wanneer u deze optie instelt op [Inschak.], wordt de camera na overdracht afgemeld bij de FTP-server en wordt de stand-bymodus ingeschakeld. De bekabelde verbinding wordt automatisch hersteld wanneer u probeert opnamen over te brengen. De camera brengt dan weer een verbinding tot stand met de FTP-server.
Beelden afzonderlijk overbrengen Selecteer een opname en druk op <0> om deze over te brengen. U kunt een onderschrift toevoegen voordat u de opname overbrengt. U kunt zelfs opnamen blijven maken terwijl andere opnamen worden overgebracht. De huidige opname overbrengen 1 Selecteer [Communicatieinstellingen]. [Netwerkinstellingen]. 2 Selecteer Als [Communicatiefunct.] is ingesteld op [Inschak.] kunt u [Netwerkinstellingen] selecteren. 3 Selecteer [Stel in].
Beelden afzonderlijk overbrengen [Overbrengen met 4 Selecteer SET]. Selecteer [Inschak.]. de opname. 5 Selecteer Druk op de camera op de knop . Selecteer de opname die u wilt overbrengen en druk vervolgens op <0> om de opname over te brengen. Films kunnen niet via deze functie worden overgebracht. Indien u een film selecteert en op <0> drukt, wordt het paneel voor het weergeven van films geopend.
Beelden afzonderlijk overbrengen Een onderschrift bijvoegen voor overdracht U kunt een geregistreerd onderschrift toevoegen aan elke opname voordat u deze overbrengt. Dit is bijvoorbeeld handig als u de ontvanger op de hoogte wilt stellen van het aantal afdrukken dat u wilt hebben. Het onderschrift kan ook worden toegevoegd aan opnamen die zijn opgeslagen op de camera. Zie pagina 100 voor instructies voor het maken en registreren van onderschriften.
Beelden afzonderlijk overbrengen [Overbrengen met 4 Selecteer onderschrift]. De laatst gemaakte opname wordt weergegeven. Het is niet mogelijk om andere opnamen te selecteren op het scherm [Overbrengen met onderschrift]. Indien u een andere opname wilt selecteren voor overdracht met onderschrift, geeft u deze opname weer voordat u deze stappen volgt. een onderschrift. 5 Selecteer Draai aan het instelwiel <5> om het vak [Onderschrift] te selecteren en druk op <0>.
Batchoverdracht Na opname kunt u naar wens meerdere opnamen selecteren en deze tegelijk overbrengen. U kunt onverzonden opnamen of opnamen waarbij overdracht eerder is mislukt, overbrengen. U kunt zelfs opnamen blijven maken terwijl andere opnamen worden overgebracht. Opnamen voor overdracht selecteren 1 Selecteer op het tabblad [32] [Beeldoverdracht]. 2 Selecteer [Beeldsel./overdr.]. [Sel.beeld]. 3 Selecteer Er wordt een opname weergegeven.
Batchoverdracht opnamen om over te brengen. 4 Selecteer Druk op <0> en draai aan het instelwiel <5> om linksboven de opnamen die u wilt overbrengen weer te geven. Druk op <0> om uw selectie te bevestigen. U kunt maximaal 9.999 opnamen selecteren. Om drie opnamen per scherm weer te geven, houd u de knop ingedrukt en draait u het instelwiel <6> naar links. Om één opname per scherm weer te geven, houd u de knop ingedrukt en draait u het instelwiel <6> naar rechts.
Batchoverdracht Opties voor [RAW+JPEG-overbr.] Wanneer u [RAW+JPEG-overbr.] selecteert in stap 2 op pagina 34, krijgt u de optie om RAW-bestanden, JPEGbestanden of allebei over te brengen. De opties zijn hetzelfde, of u nu [Sel. beeld], [Sel.n] of [Alle bldn] instelt als de beeldselectiemethode. Bediening van menu tijdens beeldoverdracht U kunt het menu blijven gebruiken, ook tijdens beeldoverdracht.
Batchoverdracht 3 Selecteer [Sel.n]. [Mapbeelden niet 4 Selecteer overgebr.]. Om opnamen over te brengen waarbij overdracht eerder is mislukt, selecteert u [Mapbeelden overbr. fout]. 5 Selecteer een map. de opnamen over. 6 Breng Selecteer [FTP-overdracht]. Selecteer [OK] op het bevestigingsscherm dat nu wordt weergegeven. Er wordt een overdrachtsvoortgangscherm weergegeven. Door [Wis map overbr.
Batchoverdracht Batchoverdracht van opnamen op geheugenkaarten 1 Selecteer op het tabblad [32] [Beeldoverdracht]. 2 Selecteer [Beeldsel./overdr.]. 3 Selecteer [Alle bldn]. [Kaartbeelden niet 4 Selecteer overgebr.]. Om opnamen over te brengen waarbij overdracht eerder is mislukt, selecteert u [Kaartbeelden overbrengfout].
Batchoverdracht de opnamen over. 5 Breng Selecteer [FTP-overdracht]. Selecteer [OK] op het bevestigingsscherm dat nu wordt weergegeven. Er wordt een overdrachtsvoortgangscherm weergegeven. Door [Wis kaart overbrenghistorie] te selecteren, wordt de overdrachthistorie van opnamen op de geheugenkaart ingesteld op nietverzonden. Hierdoor kunt u alle opnamen op de kaart later opnieuw verzenden door de optie [Kaartbeelden niet overgebr.] te selecteren.
Beeldoverdrachthistorie bekijken De overdrachthistorie bekijken van afzonderlijke opnamen Om de overdrachthistorie te bekijken in [Beeldsel./overdr.], selecteert u [Sel.beeld].
Beeldoverdrachthistorie bekijken De overdrachthistorie bekijken van geheugenkaarten U kunt op het scherm [Beeldsel./ overdr.] het aantal opnamen zien dat moet worden overgedragen alsook de overdrachthistorie van opnamen op de geheugenkaart. U kunt het aantal opnamen zien dat is gemarkeerd als [Bldn niet overgebr.] en [Beelden overgebracht].
Overgebrachte beelden weergeven Opnamen die zijn overbracht naar de FTP-server worden opgeslagen in de volgende map zoals opgegeven in de instellingen voor de FTPserver. Windows Volgens de standaardinstellingen van de FTP-server worden opnamen opgeslagen in [C drive/C-station] de map [Inetpub] de map [ftproot] of in een submap van deze map.
3 Opname op afstand met EOS Utility U kunt de EOS Utility gebruiken om op afstand via een bekabeld LAN opnamen te maken. Naast opname op afstand worden bijna alle camerahandelingen in EOS Utility ondersteund, behalve firmware-updates omdat deze optie een bekabeld netwerk gebruikt in plaats van een USBkabel. Mac-versies van EOS Utility De bekabelde LAN-functies van EOS-1D X kunnen niet worden gebruikt in Mac OS X 10.8.0 of 10.8.1.
Communicatie-instellingen EOS Utility configureren Deze instructies bouwen voort op Hoofdstuk 1. Met EOS Utility kunt u de meegeleverde pairingsoftware (EOSsoftware) gebruiken om een verbinding tot stand te brengen tussen de camera en een computer. Pairingsoftware wordt automatisch geïnstalleerd met EOS Utility. De configuratieprocedure die hieronder wordt beschreven, gebruikt Windows 8.1 als voorbeeld. Gebruikers van EOS Utility versie 2.13 of vroeger in Windows Voer eerst de onderstaande handelingen uit.
Communicatie-instellingen EOS Utility configureren [OK]. 3 Selecteer Eerst wordt het pairingscherm weergegeven. Draai aan het instelwiel <5> om [OK] te selecteren. Wanneer u op <0> drukt, wordt het volgende bericht weergegeven. "******" staat voor de laatste zes cijfers van het MAC-adres van de EOS-1D X waarmee u verbinding maakt. Gebruikers van EOS Utility versie 2.14 of later: Ga naar stap 6. de pairingsoftware.
Communicatie-instellingen EOS Utility configureren op het pictogram van de 5 Klik pairingsoftware. Gedetecteerde camera's worden weergegeven. Indien een camera al is verbonden, wordt deze niet meer weergegeven in de lijst. de camera waarmee u 6 Selecteer verbinding wilt maken en klik op [Connect/Verbinden]. Als er meerdere camera's worden weergegeven, identificeert u de camera waarmee u verbinding wilt maken op basis van het [MAC address/MAC-adres] of [IP address/ IP-adres].
Communicatie-instellingen EOS Utility configureren de instellingen op. 8 Sla Druk op <0> en draai aan het instelwiel <5> om de set te selecteren. Druk vervolgens op <0>. Nadat u aan het instelwiel <5> hebt gedraaid om [OK] te selecteren en op <0> hebt gedrukt, wordt de connectiewizard gesloten en start EOS Utility. Het lampje op de camera wordt groen. De netwerkinstellingen voor EOS Utility zijn nu geconfigureerd.
EOS Utility gebruiken Raadpleeg de instructiehandleiding bij de software (PDF) voor informatie over EOS Utility. Afhankelijk van de snelheid van de beeldoverdracht via wired-LAN worden bewegende voorwerpen mogelijker niet vloeiend weergegeven.
4 Opnamen maken op afstand met WFT-server Met behulp van een webbrowser kunt u beelden die zijn opgeslagen op een geheugenkaart in de camera weergeven en downloaden naar een computer. Bovendien kunt u op afstand opnamen maken via een Wired-LAN. Houd er rekening mee dat bulb, spiegel opklappen en het maken van filmopnamen niet worden ondersteund.
Communicatie-instellingen configureren voor WFT-server Deze instructies zijn een vervolg op hoofdstuk 1. Druk op <0> en draai aan het instelwiel <5> om de set te selecteren. Druk vervolgens op <0>. Druk nogmaals op <0>. Nadat de connectiewizard is gesloten, wordt het menuscherm weer weergegeven. Het lampje op de camera wordt groen. Een account instellen Voer een loginnaam en een wachtwoord in voor toegang tot de camera vanaf een computer.
Communicatie-instellingen configureren voor WFT-server Draai aan het instelwiel <5> om 2 [WFT-serverinstellingen] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Draai aan het instelwiel <5> om 3 [WFT-account] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Draai aan het instelwiel <5> om [Poortnummer] te selecteren en druk op <0>. Normaal gesproken hoeft u het poortnummer niet te wijzigen (80). een gebruikersnummer. 4 Selecteer Met WFT-server kunt u de camera aansluiten op drie computers.
WFT-server weergeven Geef in de webbrowser het scherm van WFT-server voor EOS-1D Xhandelingen weer. Zorg van tevoren voor een verbinding tussen de camera en de computer. 1 Start de webbrowser. Start om te beginnen Internet Explorer of een andere webbrowser. de URL in. 2 Voer Voer op de adresbalk het IP-adres in van de camera. Druk op . de instellingen voor 3 Voer [Gebruikersnaam] en [Wachtwoord] in. Voer de loginnaam en het wachtwoord, opgegeven in de procedure op pagina 51, in.
WFT-server weergeven de taal. 4 Selecteer Selecteer onder in het scherm een taal. JavaScript ondersteund JavaScript niet ondersteund Als u de URL (het IP-adres) niet weet U kunt de URL (het IP-adres) opzoeken bij [Bevestig instell.] in het menu (pag. 70).
Beelden weergeven U kunt door de beelden bladeren die op de geheugenkaart van de camera zijn opgeslagen. 1 Klik op [Viewer/Weergave]. Het scherm voor weergave van beelden wordt weergegeven. de geheugenkaart. 2 Selecteer Klik op [CF1] of [CF2]. Klik op de map [DCIM] en selecteer de map met de beelden.
Beelden weergeven een beeld. 3 Selecteer Klik op de knoppen < > of spring naar andere pagina's om andere beelden weer te geven. In webbrowsers die JavaScript ondersteunen kunt u in de vervolgkeuzelijst in de rechterbovenhoek van het scherm opgeven hoeveel miniaturen per scherm moeten worden weergegeven.
Beelden weergeven beelden naar de 4 Download computer. Klik op een miniatuur. Het beeld wordt uitvergroot weergegeven. Klik op < > om het beeld naar de computer te downloaden. Klik op [Return/Terug] om terug te keren naar het scherm voor weergave van opnamen. Hoewel RAW-beelden en films hier niet worden weergegeven, kunt u die wel op dezelfde manier als JPEG-beelden naar de computer downloaden.
Opnamen maken op afstand [Camera control/Camerabediening] Stel de camera van tevoren in voor het maken van Live viewopnamen. Filmopname op afstand wordt niet ondersteund. Zie pagina 63, "Opnamen maken op afstand" voor meer informatie over webbrowsers die geen JavaScript ondersteunen. 1 Klik op [Camera control/ Camerabediening]. Het scherm voor geavanceerde opname wordt weergegeven.
Opnamen maken op afstand [Camera control/Camerabediening] ① ② ③④ ⑤ ⑥ ⑫ ⑬ ⑲ ⑭ ⑦ ⑧ ⑨ ⑩ ⑪ ⑮ ⑯ ⑰ ⑱ ① Batterijniveau ② Transportmodus ⑪ Kwaliteit ⑫ Opnamemodus ③ Maximumaantal opnamen ④ AF-modus ⑬ Witbalans ⑭ Meet-methode ⑤ Ontspanknop ⑥ AF/MF-knop ⑮ Menu ⑯ Live view-opnameknop ⑦ Sluitertijd ⑧ Diafragma ⑰ Handmatige scherpstelknop ⑨ ISO-snelheid ⑩ Belichtingscompensatie Wijzigingsknop Live view⑱ beeldformaat ⑲ Live view-weergavescherm * Items die niet via WFT Server kunnen worden ingesteld, wo
Opnamen maken op afstand [Camera control/Camerabediening] de focusinstellingsknop op 2 Stel het objectief in op . Klik op de ontspanknop (⑤). Als u de knop loslaat, stelt de camera automatisch scherp en wordt de opname gemaakt. Bij de instelling 1-beeld AF wordt geen opname gemaakt als niet is scherpgesteld. Geef het Live viewbeeld weer en stel handmatig scherp zoals beschreven in de volgende stappen. het Live view-beeld weer. 3 Geef Klik op de Live view-opnameknop ⑯ ⑱ (⑯).
Opnamen maken op afstand [Camera control/Camerabediening] het beeld handmatig scherp. 4 Stel Klik op de knoppen < >, < >, < >, < >, < > en < > om scherp te stellen. Houd er rekening mee dat automatisch scherpstellen tijdens weergave van het Live view-beeld niet wordt ondersteund. Klik op < >, < > of < > om dichterbij scherp te stellen. Klik op < >, < > of < > om verder weg scherp te stellen. Er zijn drie scherpstelstappen beschikbaar.
Opnamen maken op afstand [Simple control/Eenvoudige bediening] Stel de camera van tevoren in voor het maken van Live viewopnamen. Filmopname op afstand wordt niet ondersteund. Zie pagina 63, "Opnamen maken op afstand" voor meer informatie over webbrowsers die geen JavaScript ondersteunen. 1 Klik op [Simple control/ Eenvoudige bediening]. Het basisopnamescherm wordt weergegeven met het Live viewbeeld.
Opnamen maken op afstand [Simple control/Eenvoudige bediening] het beeld handmatig scherp. 2 Stel Stel de focusinstellingsknop op het objectief in op . Klik op de knoppen < >, < < >, < >, < > en < om scherp te stellen. >, > de opname. 3 Maak Klik op de ontspanknop. Als u de knop loslaat, wordt de opname gemaakt. De opname wordt weergegeven. Opnamen worden op de geheugenkaart van de camera opgeslagen.
Opnamen maken op afstand De onderstaande instructies zijn voor het maken van opnamen op afstand met webbrowsers die geen JavaScript ondersteunen. Stel de camera van tevoren in voor het maken van Live viewopnamen. Filmopname op afstand wordt niet ondersteund. 1 Scherm Ontspanknop Klik op [Capture/Opname]. Het opnamescherm wordt weergegeven. Het Live view-beeld wordt niet weergegeven. de opname. 2 Maak Stel de focusinstellingsknop op het objectief in op . Stel scherp met de camera.
Opnamen maken op afstand beelden naar de 3 Download computer. Klik op de opname. Het beeld wordt uitvergroot weergegeven. Klik op < > om het beeld naar de computer te downloaden. Klik op [Return/Terug] om terug te keren naar het opnamescherm. Hoewel RAW-beelden en films hier niet worden weergegeven, kunt u die wel op dezelfde manier als JPEG-beelden naar de computer downloaden.
5 De camera gebruiken als een mediaserver Opnamen op een geheugenkaart in de camera kunnen via een bekabeld LAN worden bekeken op een televisie. Deze functie vereist een televisie, digitale fotolijst of gelijksoortige mediaspeler die compatibel is met DLNA*. (Hierna wordt naar deze apparatuur verwezen als de mediaspeler.
Communicatie-instellingen mediaserver configureren Deze instructies bouwen voort op Hoofdstuk 1. Druk op <0> en draai aan het instelwiel <5> om de set te selecteren. Druk vervolgens op <0>. Druk nogmaals op <0>. Nadat de connectiewizard is gesloten, wordt het menuscherm weer weergegeven. De netwerkinstellingen voor de mediaserver zijn nu geconfigureerd.
Vastgelegde beelden op een tv weergeven Bedien de mediaspeler om opnamen die zijn vastgelegd op de geheugenkaart van de camera op een televisie weer te geven. RAW-opnamen en films kunnen niet worden weergegeven. De volgende handelingen worden uitgevoerd op de mediaspeler. Raadpleeg de instructiehandleiding van de mediaspeler voor meer informatie. 1 Geef het instellingenscherm van de mediaspeler weer op uw televisie.
Vastgelegde beelden op een tv weergeven EOS1D het pictogram < 2 Selecteer EOS1D> (mediaserver). Door het pictogram < EOS1D> te selecteren, wordt er geheugenkaart weergegeven. Zodra u dit pictogram hebt geselecteerd, kunt u mappen en opnamen selecteren. Selecteer een opname om groter weer te geven op de televisie. Raadpleeg de instructiehandleiding van de mediaspeler voor meer informatie. IMG_0001.JPG 28/02/2012 EOS 1D CF 28/02/2012 100EOS1D 28/02/2012 1-100 28/02/2012 IMG_0002.JPG IMG_0003.
6 Instellingsinformatie beheren 69
Instellingen controleren Controleer de netwerkinstellingen als volgt. 1 Selecteer [Communicatieinstellingen]. [Netwerkinstellingen]. 2 Selecteer Als [Communicatiefunct.] is ingesteld op [Inschak.] kunt u [Netwerkinstellingen] selecteren. 3 Selecteer [Stel in]. 4 70 Selecteer [Bevestig instell.]. De instellingen worden weergegeven.
Instellingen controleren Voorbeeld van FTP-overdracht en wired-LAN-instellingen 71
Instellingen wijzigen U kunt instellingen die u oorspronkelijk hebt opgegeven met de connectiewizard, als volgt wijzigen. U kunt ook IP-beveiligingsinstellingen (IPsec) wijzigen die niet met de connectiewizard kunnen worden opgegeven, evenals andere instellingen, bijvoorbeeld de instelling voor wat er moet gebeuren als een beeld met een bestandsnaam die al bestaat, naar de FTP-server wordt verzonden (p. 73). 1 Selecteer [Communicatieinstellingen]. [Netwerkinstellingen].
Instellingen wijzigen het instellingsnummer. 5 Selecteer Selecteer het instellingsnummer van de LAN-instelling. [Wijzig]. 6 Selecteer Als u [Wijzig naam inst.] selecteert, kunt u de instellingen niet alleen wijzigen, maar ook een andere naam geven. de instelling die u wilt 7 Selecteer wijzigen. Selecteer een item bij [LAN type], [TCP/IP] of [FTP server] en wijzig de instelling. IP beveiliging (IPsec) Configureren bij [TCP/IP] [Beveiliging].
Instellingen wijzigen De mapstructuur van de doelmap Configureren bij [FTP server] [Directory structuur]. Als u [Camera] selecteert, wordt in de hoofdmap voor beeldopslag op de server automatisch een mapstructuur gemaakt die overeenkomt met die van de camera (bijvoorbeeld A/DCIM/100EOS1D). Als u in de hoofdmap een submap hebt gemaakt door de instelling voor [Doelmap] te wijzigen, wordt er in die map automatisch een mapstructuur voor beeldopslag zoals A/DCIM/100EOS1D gemaakt.
Instellingen wijzigen Passieve modus Configureren bij [FTP server] [Passieve modus]. Schakel deze instelling in bij netwerkomgevingen die zijn beveiligd met een firewall. Als fout 41 optreedt ("Kan niet verbinden met FTP server"), is wellicht toegang tot de FTP Server mogelijk door bij Passieve modus de instelling [Gebr.] te kiezen. Wijziging van instellingen blokkeren Stel [Beveiligingsinst.] in op [Aan] om abusievelijk wijzigen van instellingen te voorkomen.
Instellingen opslaan en laden U kunt netwerkinstellingen op een geheugenkaart opslaan voor gebruik in andere camera's. Instellingen opslaan 1 Selecteer [Communicatieinstellingen]. [Netwerkinstellingen]. 2 Selecteer Als [Communicatiefunct.] is ingesteld op [Inschak.] kunt u [Netwerkinstellingen] selecteren. 3 Selecteer [Stel in]. 4 Selecteer [LAN-instelling].
Instellingen opslaan en laden het instellingsnummer. 5 Selecteer Selecteer het instellingsnummer van de LAN-instelling. 6 Selecteer [Wijzig]. 7 Selecteer [Inst. opslaan]. [Opslaan]. 8 Selecteer De instellingen worden nu als bestand opgeslagen op de geheugenkaart. De instellingen worden als bestand opgeslagen (WFTNPF**.NIF) in het deel van de geheugenkaart dat u ziet als u de kaart opent (in de hoofdmap).
Instellingen opslaan en laden Instellingen laden Laad als volgt instellingenbestanden die op een geheugenkaart zijn opgeslagen. Controleer of het instellingenbestand is opgeslagen in de map die wordt weergegeven als u de geheugenkaart opent (dat wil zeggen, de hoofdmap). 1 Selecteer [Laad inst.]. het 2 Selecteer instellingenbestand. Selecteer een bestand met instellingen die overeenkomen met uw netwerkomgeving. het instellingenbestand.
7 De cameratijd synchroniseren U kunt de tijd van de mastercamera zo nodig instellen op maximaal 10 slavecamera's. Houd er rekening mee dat er zelfs na synchronisatie een kleine foutmarge van ten hoogste ±0,05 seconden blijft bestaan.
Tijd synchroniseren De stappen 1–5 zijn dezelfde op de mastercamera en de slavecamera's. Sluit de EOS-1D X-camera's op elkaar aan met een LAN-kabel. Als u meerdere slavecamera's gebruikt, sluit u die met LAN-kabels aan op een hub, en sluit u de hub met een LAN-kabel aan op de mastercamera. 1 Selecteer [Communicatieinstellingen] op het tabblad [53]. [Netwerkinstellingen]. 2 Selecteer Als [Communicatiefunct.] is ingesteld op [Inschak.] kunt u [Netwerkinstellingen] selecteren.
Tijd synchroniseren [Sync.tijd tussen 4 Selecteer camera's]. Selecteer [OK] op het volgende scherm dat wordt weergegeven, zie hieronder. [Kabel]. 5 Selecteer Selecteer nadat u [Kabel] hebt gekozen, [OK]. De voorgaande stappen zijn dezelfde op de mastercamera en de slavecamera's. mastercamera instellen. 6 De Selecteer na het uitvoeren van de stappen 1–5 voor de mastercamera [Master]. Als het volgende scherm wordt weergegeven, is de mastercamera gereed.
Tijd synchroniseren slavecamera's instellen. 7 De Selecteer na het uitvoeren van de stappen 1–5 voor de slavecamera's [Slave]. Selecteer [OK] op het volgende scherm dat wordt weergegeven, zie hieronder. Voer deze stappen op elke camera uit om de tijd in te stellen op meerdere slavecamera's. Op het scherm van de mastercamera in stap 8 wordt het aantal slavecamera's weergegeven. [OK] op de mastercamera. 8 Selecteer Controleer het aantal ingestelde slavecamera's en selecteer als dat juist is, [OK].
8 Problemen oplossen 83
Foutberichten afhandelen Als op het LCD-scherm van de camera fouten met betrekking tot het wired-LAN worden weergegeven, kunt u met de suggesties voor oplossingen in dit hoofdstuk proberen de oorzaak van de fout weg te nemen. Bij het optreden van fouten knippert het -lampje op de camera. De foutinformatie wordt ook weergegeven op het tabblad [53] bij [Communicatie-instellingen] [Netwerkinstellingen] [Foutomschrijving]. 11 (pag. 85) 12 (pag. 85) 21 (pag. 85) 22 (pag. 86) 23 (pag. 87) 24 (pag.
Foutberichten afhandelen 11: Verb.doel niet gevonden Is EOS Utility klaar voor pairing? Controleer of EOS Utility klaar is voor pairing (p.44). 12: Verb.doel niet gevonden Is de doelcomputer ingeschakeld? Schakel de doelcomputer in en wacht enkele ogenblikken. 21: Geen adres toegewezen door DHCP server Controleren op de camera Is de netwerkinstelling van de camera ingesteld op [Autom. instellen], of de instelling voor IP-adres op [Autom.
Foutberichten afhandelen Werkt de DHCP-server correct? Controleer de instellingen van de DHCP-server om na te gaan of deze goed werkt als DHCP-server. Vraag zo nodig uw netwerkbeheerder of de DHCP-server beschikbaar is. 22: Geen respons van DNS server Controleren op de camera Is de netwerkinstelling van de camera ingesteld op [Autom. instellen], of de instelling voor IP-adres op [Autom.
Foutberichten afhandelen Werkt de DNS-server correct? Controleer de instellingen van de DNS-server om na te gaan of deze goed werkt als DNS-server. Vraag zo nodig uw netwerkbeheerder of de DNS-server beschikbaar is. Controleren in het hele netwerk Heeft uw netwerk een router of vergelijkbaar apparaat dat dienst doet als gateway? Vraag de netwerkbeheerder zo nodig naar het adres van de netwerkgateway en voer dit in op de camera (pag. 17, 97).
Foutberichten afhandelen 24: Geen response van proxy server Controleren op de camera Op de camera is de proxyserver ingesteld op [Gebr.]. Doet de fout zich voor bij deze instelling? Als u geen proxyserver gebruikt, stelt u de instelling voor proxyserver op de camera in op [Nee] (pag. 23). Komen de instellingen voor [Adres instelling] en [Poortnr.
Foutberichten afhandelen Controleren in het hele netwerk Heeft uw netwerk een router of vergelijkbaar apparaat dat dienst doet als gateway? Vraag de netwerkbeheerder zo nodig naar het adres van de netwerkgateway en voer dit in op de camera. Controleer of het gateway-adres correct is ingevoerd op alle netwerkapparaten, inclusief de camera.
Foutberichten afhandelen Controleren op de DHCP-server Is de DHCP-server ingeschakeld? Schakel de DHCP-server in. Zijn de instellingen op de DHCP-server voor IP-adressen en bijbehorende namen correct? Controleer op de DHCP-server of de instellingen voor IP-adressen en bijbehorende namen correct zijn. Werkt de DHCP-server correct? Controleer de instellingen van de DHCP-server om na te gaan of deze goed werkt als DHCP-server. Vraag zo nodig uw netwerkbeheerder of de DHCP-server beschikbaar is.
Foutberichten afhandelen 41: Kan niet verbinden met FTP-server Controleren op de camera Komt het IP-adres van de FTP-server op de camera overeen met het werkelijke IP-adres van de FTP-server? Configureer het IP-adres op de camera zodanig dat het overeenkomt met het werkelijke IP-adres van de FTP-server (pag. 22).
Foutberichten afhandelen Is de FTP-server ingeschakeld? Schakel de FTP-server in. De server is wellicht automatisch uitgeschakeld vanwege energiebesparing. Komt het IP-adres van de FTP-server (bij de instelling [Adres]) op de camera overeen met het werkelijke IP-adres van de FTPserver? Configureer het IP-adres op de camera zodanig dat het overeenkomt met het werkelijke IP-adres van de FTP-server (pag. 22).
Foutberichten afhandelen Controleren in het hele netwerk Heeft uw netwerk een router of vergelijkbaar apparaat dat dienst doet als gateway? Vraag de netwerkbeheerder zo nodig naar het adres van de netwerkgateway en voer dit in op de camera (pag. 17). Controleer of het gateway-adres correct is ingevoerd op alle netwerkapparaten, inclusief de camera.
Foutberichten afhandelen 44: Kan verbinding met FTP server n. verbr. Foutc. ontv. van server. Deze fout doet zich voor als de verbinding tussen de camera en de FTP-server om een of andere reden niet kan worden verbroken. Start de FTP-server opnieuw op en schakel de camera uit en weer in. 45: Kan niet inloggen op FTP server. Foutcode ontvangen van server. Controleren op de camera Is op de camera de [Loginnaam] correct ingevoerd? Controleer de loginnaam voor toegang tot de FTP-server.
Foutberichten afhandelen 46: Voor de datasessie, fout-code ontv. van FTP server Controleren op de FTP-server De verbinding is verbroken door de FTP-server. Start de FTP-server opnieuw op. Heeft de gebruiker voldoende lees-, schrijf- en logboekrechten voor de FTP-server? Configureer de gebruikersrechten voor de FTP-server zodat de gebruiker kan lezen en schrijven en toegang heeft tot het logboek.
Foutberichten afhandelen 73: Kon tijd niet synchroniseren Voert u de procedure om een verbinding tot stand te brengen tussen de mastercamera en de slavecamera's correct uit? Voer de instructies voor de mastercamera en de slavecamera's correct uit (pag. 80-82). 81: Wired LAN-verbinding verbroken Is de LAN-kabel goed aangesloten? Sluit de LAN-kabel tussen de camera en de server opnieuw aan. Sluit de apparaten eventueel met een andere kabel op elkaar aan om kabelbreuk uit te sluiten.
Netwerkinstellingen controleren Windows Open in Windows de [Command Prompt/Opdrachtprompt], voer ipconfig/all in en druk op de -toets. Het IP-adres dat aan de computer is toegewezen wordt samen met het subnetmasker, de gateway en de DNS-serverinformatie weergegeven. Wijzig het laatste deel van het IP-adres als u wilt voorkomen dat u hetzelfde IPadres gebruikt voor de computer en andere netwerkapparatuur bij de configuratie van het IP-adres dat wordt toegewezen aan de camera (pagina 17).
9 Referentie 99
Onderschriften maken en registreren U kunt als volgt onderschriften maken en registreren op de camera, zoals beschreven in "Een onderschrift bijvoegen voor overdracht" (pag. 32). Gebruik voor het maken en registreren van onderschriften een computer waarop EOS Utility is geïnstalleerd. Sluit, voordat u begint, de camera aan op de computer met behulp van de bij de camera geleverde USB-kabel.
Onderschriften maken en registreren de onderschriften in. 3 Voer Gebruik maximaal 31 tekens (in ASCII-indeling). Selecteer [Load settings/ Instellingen laden] om gegevens voor onderschriften op te vragen die zijn opgeslagen op de camera. de onderschriften op 4 Registreer de camera. Selecteer [Apply to camera/ Toepassen op de camera] om de nieuwe onderschriften op de camera te registreren.
Onderschriften maken en registreren Als u EOS Utility 3 of later gebruikt 1 Start EOS Utility en selecteer [Camera settings/Camerainstellingen]. Het scherm voor Camera-instellingen wordt weergegeven. [WFT Captions/WFT2 Selecteer onderschriften]. Het scherm voor het maken van onderschriften wordt weergegeven. de onderschriften in. 3 Voer Gebruik maximaal 31 tekens (in ASCIIindeling).
Uitsluitend bestemd voor de Europese Unie en EER (Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) Met deze symbolen wordt aangegeven dat dit product in overeenstemming met de AEEA-richtlijn (2012/19/EU), de richtlijn 2006/66/EG betreffende batterijen en accu's en/of de plaatselijk geldende wetgeving waarin deze richtlijnen zijn geïmplementeerd, niet bij het normale huisvuil mag worden weggegooid.
Index A Account...........................................50 Automatisch uitschakelen ...............12 B Batchoverdracht..................34, 36, 38 Beelden overbrengen, afzonderlijke beelden ...........................................30 Beelden overbrengen, automatisch ....................................25 Beelden overgebracht.....................42 Beelden weergeven ........................54 Beeldoverdracht..............................21 Beveiligingsinstellingen...................75 Browser..........
Index R RAW................................................27 RAW+JPEG ....................................28 Router .............................................17 S Selecteer map.................................23 Simple control (Eenvoudige bediening) .......................................61 Slavecamera ...................................82 Subnetmasker.................................17 T Televisie ....................................65, 67 Toetsenbord ....................................20 U URL...
CANON INC. 30-2 Shimomaruko 3-chome, Ohta-ku, Tokyo 146-8501, Japan Europa, Afrika & Midden-Oosten CANON EUROPA N.V. PO Box 2262, 1180 EG Amstelveen, Nederland Raadpleeg uw garantiekaart of ga naar www.canon-europe.com/Support voor informatie over het dichtstbijzijnde Canon-kantoor Dit product en de hieraan gekoppelde garantie worden in landen in Europa geleverd door Canon Europa N.V. Wired-LAN Instructiehandleiding Deze instructiehandleiding is geldig vanaf april 2015.