User manual

126
Verbind de camera opnieuw via Wi-Fi met een apparaat of service
waarmee u eerder een verbinding hebt gemaakt en
verbindingsinstellingen hebt vastgelegd.
1
Druk op de knop <k>.
2
Selecteer een item.
Selecteer in de weergegeven historie
het item waarmee u via Wi-Fi
verbinding wilt maken. Als het item
niet wordt weergegeven, druk dan op
de toetsen <Y> <Z> om van
scherm te wisselen.
Als [V
erbindingshist.] is ingesteld
op
[Verbergen], wordt de historie niet
weergegeven (pag. 161).
Druk na het selecteren van het item
op <0>.
3 Bedien het verbonden apparaat.
q Smartphone
Activeer de Wi-Fi-functie op de smartphone en start Camera
Connect.
Als het doel van de verbinding van de smartphone is gewijzigd,
herstelt u deze om via Wi-F
i verbinding te kunnen maken met
de camera of hetzelfde access point als de camer
a.
W
anneer u de camera rechtstreeks verbindt met een
smartphone via Wi-F
i, wordt '_Canon0A' weergegeven aan het
einde van de SSID.
z Via Wi-Fi verbinden met een andere camera
Voer de verbindingsp
rocedure ook op de doelcamera uit.
Standaard krijgen de instellingen een naam op basis van de
bijnaam van de doelcamera.
Opnieuw verbinden via Wi-Fi