User manual

Wi-Fi-instellingen instellen
14
Als videosnapshot of time-lapse-movie is ingesteld, kunt u
[51: Inst. draadloze communicatie].
Aandachtspunten bij interfacekabelverbindingen
Als een Wi-Fi-verbinding actief is, kunt u de camera niet gebruiken door
deze te verbinden met Connect Station, een computer of een ander
apparaat met een interfacekabel. Verbreek de verbinding voordat u een
interfacekabel aansluit.
Als de camera is aangesloten op Connect Station, een computer of een
ander apparaat met een interfacekabel, kunt u niet selecteren:
[51: Inst. draadloze communicatie]. Ontkoppel de interfacekabel
voordat u de instellingen configureert.
Kaarten
De camera kan niet via Wi-Fi worden verbonden als zich geen kaart in
de camera bevindt (behalve voor [D]). Bovendien kan voor [l], en
webservices de camera niet via Wi-Fi worden aangesloten als geen
beelden op de kaart zijn opgeslagen.
De camera gebruiken wanneer een Wi-Fi-verbinding is gemaakt
Wanneer u de Wi-Fi-verbinding prioriteit wilt geven, dient u niet aan de
aan-uitschakelaar, de kaartsleuf of het accucompartimentklepje of
andere onderdelen te komen. Anders kan de Wi-Fi-verbinding verbroken
worden.
Gebruik van een Eye-Fi-kaart
Wanneer [Wi-Fi] wordt ingesteld op [Inschakelen], wordt
beeldoverdracht via een Eye-Fi-kaart uitgeschakeld.