User manual

155
Als de verzendsnelheid afneemt, de verbinding wordt verbroken of andere
problemen optreden bij het gebruik van draadloze communicatiefuncties,
kunt u de volgende suggesties voor oplossingen proberen.
Als de camera te ver uit de buurt is van de smartphone, wordt een Wi-Fi-verbinding
mogelijk niet opgezet, zelfs als een Bluetooth-verbinding mogelijk is. Breng in dat
geval camera en smartphone dichter bij elkaar en zet een Wi-Fi-verbinding op.
Bij gebruik binnenshuis installeert u het apparaat in de ruimte waar
u de camera gebruikt.
Plaats het apparaat op een plek waar geen mensen of voorwerpen
tussen het apparaat en de camera
kunnen komen.
Als de Wi-Fi-verzendsnelheid afneemt door een van de volgende
elektronische apparaten, scha
kel deze dan uit of vergroot de afstand tot
de apparaten om de communicatie te verzenden.
De camera communiceert over Wi-Fi via IEEE 802.11b/g/n met
radiogolven op de 2,4 GHz-band. Hierdoor zal de Wi-Fi-
verzendsnelheid afnemen als er Bluetooth-apparaten,
magnetronovens, draadloze telefoons, microfoons, smartphones,
andere camera's of soortgelijke apparaten in de buurt gebruikmaken
van dezelfde frequentieband.
Zorg ervoor dat de IP-adressen van de camera’s verschillend zijn
wanneer u via Wi-Fi met meerdere camera's verbinding maakt met
één access point.
Wanneer meerdere camera’s verbonden zijn met één access point
via Wi-Fi, neemt de transmissiesnelheid af.
Wanneer er meerdere access points met IEEE 802.11b/g/n
(2,4 GHz-band) zijn moet u een ruimte van vijf kanalen laten tussen
elk Wi-Fi-kanaal om verstoring van de radiogolven te beperken.
Gebruik bijvoorbeeld kanaal 1, 6 en 11, kanaal 2 en 7 of kanaal 3 en 8.
Opmerkingen over de draadloze
communicatiefunctie
Afstand tussen camera en smartphone
Installatielocatie van de antenne voor het access point
Elektronische apparaten in de buurt van het access point
Aandachtspunten bij het gebruik van meerdere camera's