User manual

De camera met een smartphone bedienen
40
Als de Wi-Fi-verbinding wordt verbroken terwijl u op afstand een movie
opneemt, reageert de camera als volgt:
Als de aan-uitschakelaar is ingesteld op <k>, worden movie-
opnamen voortgezet.
Als de aan-uitschakelaar is ingesteld op <1>, worden movie-
opnamen gestopt.
Als de aan-uitschakelaar is ingesteld op <1> en de movie-
opnamemodus is ingesteld met Camera Connect, kunt u geen opnamen
maken door de camera te bedienen.
Als een Wi-Fi-verbinding met een smartphone is opgezet, zijn bepaalde
functies niet beschikbaar.
Bij opnamen op afstand wordt de AF-snelheid mogelijk minder.
Afhankelijk van de communicatiestatus wordt het beeldscherm of de
sluiter trager dan anders.
Tijdens het opslaan van opnamen op een smartphone kunt u geen
opnamen maken, ook al drukt u de ontspanknop van de camera
helemaal in. Bovendien wordt het LCD-scherm van de camera mogelijk
uitgeschakeld.
Zelfs als movies in MOV-indeling worden weergegeven in de lijst,
kunnen deze niet worden opgeslagen op een smartphone.
De Wi-Fi-verbinding wordt verbroken als u de aan-uitschakelaar van de
camera instelt op <2> of als u het klepje van de kaartsleuf of het
accucompartiment opent.
RAW-beelden kunnen niet op een smartphone worden opgeslagen. Als
een RAW-beeld is geselecteerd, wordt dit opgeslagen als een JPEG-beeld.
Als een Wi-Fi-verbinding is opgezet, werkt de camerafunctie voor
automatisch uitschakelen niet.
Het is raadzaam om gedurende een Wi-Fi-verbinding de
energiebesparingsfunctie van de smartphone uit te schakelen.