User manual
243
w Afdrukken
Selecteer het formaat van het papier
dat in de printer is geplaatst en druk
vervolgens op <0>.
Het scherm met papiersoort wordt
weergegeven.
Selecteer het type papier dat in de
printer is geplaatst en druk
vervolgens op <0>.
Het scherm voor de pagina-indeling
wordt weergegeven.
Selecteer de pagina-indeling en druk
vervolgens op <0>.
Het scherm met printinstellingen
verschijnt weer.
*1: Van de Exif-gegevens kunnen de cameranaam, lensnaam, opnamemodus,
sluitertijd, het diafragma, de mate van belichtingscompensatie, ISO-snelheid,
witbalans, enzovoort worden afgedrukt.
*2
:
Wanneer u de afdruktaken volgens de aanwijzingen in “Digital Print Order Format (DPOF)”
(pag. 249) hebt ingesteld, wordt het aanbevolen de afdrukken te maken aan de hand van de
aanwijzingen in “Voor DPOF geselecteerde opnamen direct printen” (pag. 252)
.
QHet papierformaat instellen
YDe papiersoort instellen
UDe pagina-indeling instellen
Randen Afdrukken met een witte rand rondom het beeld.
Randloos
Afdrukken zonder rand. Als uw printer niet kan afdrukken zonder
randen, wordt het beeld met randen afgedrukt.
Randenc
Hiermee wordt de opname-informatie*
1
bij afdrukken van het formaat
9x13 cm en groter afgedrukt langs de rand van het papier.
xx-plus Optie om 2, 4, 8, 9, 16 of 20 opnamen op één vel af te drukken.
20-plusc
35-plusp
Hiermee worden 20 of 35 opnamen afgedrukt als
miniatuurafbeeldingen op papier van A4- of Letter-formaat
*2
.
• Hiermee wordt de opname-informatie
*1
afgedrukt met [20-plusc].
Standaard
De pagina-indeling is afhankelijk van het model of de instellingen van de printer.
Als de aspect ratio van de opname afwijkt van de aspect ratio van het printpapier, kan de
opname aanzienlijk worden bijgesneden door de opname zonder randen af te drukken. Als het
beeld is bijgesneden, kan dit er als afdruk korreliger uitzien vanwege het kleinere aantal pixels.