User manual
273
Tabel met beschikbare functies volgens opnamemodus
*3: Als er een externe Speedlite wordt gebruikt, activeert deze indien nodig het
AF-hulplicht.
*4: Als de AF-methode <f> is tijdens Live View-opnamen/movie-opnamen,
activeert de externe Speedlite indien nodig het AF-hulplicht.
*5: Alleen instelbaar voor opnamen met automatische belichting.
*6: De ingebouwde flitser gaat niet af wanneer deze is ingeklapt. Bovendien wordt
het AF-hulplicht niet ingeschakeld.
*7: Alleen instelbaar tijdens Live View-opnamen.
Programmakeuzewiel
Basismodi Creatieve modi
k
A C 2 3 4 5 P 6 d s f a
AF
AF-puntselectie
kkkk
f
AF-hulplicht
*6
ooo
*3
o
*4
ookkkk
*4
Meetmethode
Meervlaksmeting
ooooooookkkk
Selectie
meetmethode
kkkk
Belichting
Programmakeuze
k
Belichtingscorrectie
kkk k
*5
AEB
kkkk
AE-vergrendeling
kkk k
*5
Scherptedieptecontrole
k (C.Fn-9-4)
Transport/
zelfontspanner
Enkelbeeld
kk kk kkkkkk
Continue opname
kk k kkkk
j (10 sec)
kkkkkkkkkkkk
l (2 sec.)
kkkk
q (Continu)
kkkkkkkkkkkk
Ingebouwde
flitser
*6
Automatisch flitsen
oko o o
Flitser aan (flitst altijd)
k k kkkk
Flitser uit
k o ok kkkk o
FE-vergrendeling
kkkk
Flitsbelichtingscorrectie
kkkk
Externe
flitser
Functie-instelling
kkkk
Persoonlijke
voorkeuze-instellingen
kkkk
Live View-opnamen
kkkkkkkkkkkk
Aspect ratio
*7
kkkk
Quick Control
kkkkkkkkkkkk k
Uitleg
kkkkkkkkkkkk k