Operation Manual
156
Algemene aandachtspunten bij het maken van Live View-opnamen
Live View-beeld
 Bij weinig of juist heel fel licht wordt in het Live View-beeld mogelijk niet 
de helderheid van de daadwerkelijke opname weergegeven.
 Ook wanneer er een lage ISO-snelheid is ingesteld, kan er ruis zichtbaar 
zijn op het weergegeven Live View-beeld bij weinig licht. Maar wanneer 
u de opname maakt, bevat de opgeslagen opname minimale ruis. 
(De beeldkwaliteit van het Live View-beeld is anders dan die van de 
opgeslagen opname.)
 Als de lichtbron (de verlichting) in het beeld verandert, kan het scherm 
gaan flikkeren. Als dit gebeurt, sluit u de Live View-opnamen af en hervat 
u de Live View-opnamen bij de lichtbron die u daadwerkelijk wilt 
gebruiken.
 Wanneer u de camera in een andere richting houdt, wordt de helderheid 
van de Live View-opname mogelijk even niet juist weergegeven. Wacht 
met het maken van opnamen totdat het helderheidsniveau is 
gestabiliseerd.
 Als er zich een zeer felle lichtbron in beeld bevindt, kan het heldere 
gedeelte op het LCD-scherm zwart lijken. Op het vastgelegde beeld zelf 
wordt het heldere gedeelte wél goed weergegeven.
 Wanneer u bij weinig licht [52: LCD-helderheid] op een heldere 
instelling zet, kan er (kleur)ruis in het Live View-beeld optreden. De ruis 
of onregelmatige kleuren wordt echter niet in op het vastgelegde beeld 
opgeslagen.
 Wanneer u het beeld vergroot, lijkt dit mogelijk scherper dan het 
daadwerkelijke beeld.
Aangepaste functies
 Tijdens Live View-opnamen zijn bepaalde persoonlijke voorkeuze-
instellingen niet actief (pag. 257).
Lens en flitser
 Tijdens het maken van Live View-opnamen kan 
scherpstellingsvoorkeuze voor (super)telelenzen niet worden gebruikt.
 FE-vergrendeling is niet mogelijk wanneer de ingebouwde flitser of een 
externe Speedlite wordt gebruikt. Instellicht werkt ook niet als er een 
externe Speedlite wordt gebruikt.










