Operation Manual
203
3 Handmatige sensorreinigingN
 Tijdens het reinigen van de sensor mag u geen van de 
onderstaande handelingen verrichten. Als de stroom wordt 
onderbroken, gaat de sluiter dicht en kunnen de sluitergordijnen of 
de beeldsensor beschadigd raken.
• De camera uitschakelen.
• Het kaartsleuf-/accucompartimentklepje openen.
 Het oppervlak van de beeldsensor is zeer kwetsbaar. Reinig de sensor 
voorzichtig.
 Gebruik een gewoon blaasbuisje zonder borsteltje. Een borsteltje kan 
het oppervlak van de sensor beschadigen.
 Steek het blaasbuisje niet verder dan de objectiefvatting in de camera. 
Als de stroom wordt onderbroken, gaat de sluiter dicht en kunnen de 
sluitergordijnen of de reflexspiegel beschadigd raken.
 Gebruik nooit perslucht of -gas om de sensor schoon te maken. 
Perslucht kan de sensor beschadigen en de gasnevel kan op de sensor 
bevriezen en deze bekrassen.
 Als het accuniveau laag wordt terwijl u de sensor reinigt, klinkt er een 
pieptoon als waarschuwing. Stop het reinigen van de sensor.
 Als er vuil blijft zitten dat niet met een blaasbuisje kan worden verwijderd, 
kunt u de sensor het beste door een Canon Service Center 
laten reinigen.










