Operation Manual
212
U kunt tijdens de weergave van opnamen op de knop <Q> drukken om 
de volgende opties in te stellen: [J: Beveilig beelden], [b: Beeld 
roteren], [9: Classificatie], [U: Creatieve filters], [S: Wijzig formaat 
(alleen JPEG-beelden)] en [e: Spring met 6].
Voor movies kunnen alleen de functies die hierboven vetgedrukt 
worden weergegeven worden ingesteld.
1
Druk op de knop <Q>.
 Druk tijdens de opnameweergave op 
de knop <Q>.
 De opties voor Quick Control worden 
weergegeven.
2
Selecteer een functie en stel deze 
in.
 Druk op de pijltjestoetsen <W> en 
<X> om een functie te selecteren.
 De naam en huidige instelling van de 
geselecteerde functie worden onder 
aan het scherm weergegeven.
 Stel de functie in door op de 
pijltjestoetsen <Y> en <Z> te 
drukken.
 Druk op <0> voor Creatieve filters 
en Wijzig formaat en stel de functie 
in. Zie voor meer informatie pagina 
234 voor Creatieve filters en pagina 
237 voor Wijzig formaat. Druk op de 
knop <M> om te annuleren.
3
Verlaat de instelling.
 Druk op de knop <Q> om het scherm 
Quick Control af te sluiten.
Q Snel instellen voor weergave










