Operation Manual
w Afdrukken
248
 Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat het bijgesneden 
beeldgebied niet wordt afgedrukt zoals u hebt opgegeven.
 De afgedrukte foto wordt korreliger naarmate u het bijsnijdkader 
verkleint.
 Kijk op het LCD-scherm van de camera tijdens het bijsnijden van de 
afbeelding. Op een tv-scherm wordt het bijsnijdkader mogelijk niet 
correct weergegeven.
Printerproblemen oplossen
Als het afdrukken niet wordt hervat nadat u een printerfout hebt opgelost 
(geen inkt, geen papier, enzovoort) en [Doorgaan] hebt geselecteerd, 
gebruik dan de knoppen op de printer om het afdrukken te hervatten. 
Raadpleeg de instructiehandleiding van de printer voor meer informatie over 
het hervatten van het afdrukken.
Foutmeldingen
Wanneer er tijdens het afdrukken een fout optreedt, wordt er een 
foutmelding op het LCD-scherm van de camera weergegeven. Druk op 
<
0> om het afdrukken te onderbreken. Nadat het probleem is opgelost, 
kunt u het afdrukken hervatten. Raadpleeg de instructiehandleiding bij de 
printer voor informatie over het oplossen van een afdrukprobleem.
Papierfout
Controleer of het papier op de juiste manier in de printer is geplaatst.
Inktfout
Controleer het inktniveau van de printer en de afvaltank.
Hardwarefout
Controleer of er andere problemen met de printer zijn dan papierstoringen 
en problemen met de inkt.
Bestandsfout
De geselecteerde opname kan niet via PictBridge worden afgedrukt. 
Opnamen die met een andere camera zijn gemaakt of met een computer 
zijn bewerkt, kunnen mogelijk niet worden geprint.










