Operation Manual
259
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN
C.Fn-3 Flitssynchronisatiesnelheid in AV-modus
U kunt de flitssynchronisatiesnelheid voor flitsfotografie instellen in de 
modus AE met diafragmavoorkeuze <f>.
0: Automatisch
De flitssynchronisatiesnelheid wordt automatisch ingesteld in een 
bereik van 1/200 tot 30 seconden, afhankelijk van de 
lichtomstandigheden. Met een externe Speedlite is snelle 
synchronisatie ook mogelijk.
1:  1/200-1/60 sec. auto
Voorkomt dat er een lange sluitertijd wordt ingesteld bij weinig 
licht. Dit is geschikt voor het voorkomen van onscherpe opnamen 
en cameratrilling. De achtergrond kan er echter donker uitzien, 
terwijl het onderwerp goed door de flitser wordt belicht.
2:  1/200 sec. (vast)
De flitssynchronisatiesnelheid staat vast op 1/200 sec. Dit is 
doeltreffender tegen onscherpe opnamen en cameratrilling dan 
[1: 1/200-1/60 sec. auto]. Bij weinig licht wordt de achtergrond 
van het onderwerp echter donkerder dan bij
[1: 1/200-1/60 sec. auto].
Als 1 of 2 is ingesteld, kan snelle synchronisatie niet met een externe 
Speedlite worden gebruikt.










