Operation Manual
271
H Eye-Fi-kaarten gebruiken
Aandachtspunten bij het gebruik van Eye-Fi-kaarten
 Als [53: Wi-Fi] is ingesteld op [Aan], is opnameoverdracht met een
Eye-Fi-kaart niet mogelijk.
 Als “J” wordt weergegeven, is er een fout opgetreden bij het ophalen 
van de kaartinformatie. Schakel de camera uit en weer in.
 Zelfs als [51: Eye-Fi trans.] is ingesteld op [Uit], zendt de kaart wellicht 
nog steeds een signaal uit. In ziekenhuizen, op vliegvelden en op andere 
plaatsen waar draadloze gegevensoverdracht verboden is, dient u de 
Eye-Fi-kaart van tevoren uit de camera te verwijderen.
 Als de beeldoverdracht niet werkt, controleert u de instellingen van de 
Eye-Fi-kaart en de computer. Raadpleeg de instructiehandleiding van de 
kaart voor meer informatie.
 Afhankelijk van de verbinding van het Wireless LAN kan de 
beeldoverdracht langer duren of worden onderbroken.
 De Eye-Fi -kaart kan heet worden bij het verzenden.
 De accu raakt sneller leeg.
 Tijdens de beeldoverdracht werkt de functie voor het automatisch 
uitschakelen van de camera niet.
 Als u een andere Wireless LAN-kaart dan een Eye-Fi-kaart plaatst, wordt 
[51: Eye-Fi instellingen] niet weergegeven. Ook wordt het pictogram 
<H> voor de overdrachtstatus niet weergegeven.










