Operation Manual
6
Verkorte handleiding
1
Plaats de accu (pag. 36).
Zie pagina 34 voor meer informatie 
over het opladen van de accu.
2
Plaats de kaart (pag. 36).
Plaats de kaart in de kaartsleuf met 
de etiketzijde naar de achterzijde 
van de camera gericht.
3
Bevestig de lens (pag. 44).
Plaats de witte of rode 
bevestigingsmarkering op de lens op 
gelijke hoogte met de 
bevestigingsmarkering van dezelfde kleur 
op de camera om de lens te bevestigen.
4
Stel de scherpstelmodusknop 
op de lens in op <AF> (pag. 44).
5
Zet het programmakeuzewiel 
op <A> (Scene Intelligent 
Auto) (pag. 58).
Alle noodzakelijke camera-instellingen 
worden automatisch ingesteld.
Zie pagina 41 wanneer het datum/tijd/zone-instellingenscherm 
op het LCD-scherm wordt weergegeven.
Witte markering Rode markering










