Operation Manual
69
Gebruik de modus <5> (Sport) om bewegende onderwerpen te 
fotograferen, bijvoorbeeld rennende mensen of een rijdende auto.
 Gebruik een telelens.
Voor opnamen vanaf een afstand wordt het gebruik van een telelens 
aanbevolen.
 Gebruik het middelste AF-punt om scherp te stellen.
Richt het middelste AF-punt op het onderwerp en druk de 
ontspanknop vervolgens half in om automatisch scherp te stellen. 
Tijdens het automatisch scherpstellen blijft u een zachte pieptoon 
horen. Als er niet kan worden scherpgesteld, gaat de 
scherpstelindicator <o> knipperen.
Druk de ontspanknop volledig in om de opname te maken. Als u de 
ontspanknop ingedrukt houdt, blijft de camera bij het maken van 
continue opnamen (maximaal circa 3 opnamen per seconde) 
voortdurend op het bewegende onderwerp scherpstellen en kunt 
u de veranderende bewegingen goed fotograferen.
5 
Opnamen maken van bewegende onderwerpen
Opnamepunten
De ingebouwde flitser wordt niet gebruikt, zelfs niet als deze is uitgeklapt bij het maken 
van een opname.
Bij weinig licht, wanneer de kans op cameratrilling groter is, knippert de weergave van de 
sluitertijd in de zoeker in de linkeronderhoek. Houd de camera stil en maak de opname.
Als u gebruikmaakt van een externe Speedlite, gaat de Speedlite af.










