User manual

128
i: De ISO-snelheid instellenN
U kunt het ISO-snelheidsbereik handmatig instellen (er zijn minimum- en
maximumlimieten). U kunt de minimumlimiet tussen L (ISO 50) en H1 (ISO
51200) instellen en de maximumlimiet tussen ISO 100 en H2 (ISO 102400).
1
Selecteer [ISO-snelheidsinst.].
Selecteer op het tabblad [z2] [ISO-
snelheidsinst.] en druk vervolgens
op <0>.
2
Selecteer [ISO-snelh.bereik].
Selecteer [ISO-snelh.bereik] en druk
vervolgens op <0>.
3
Stel de minimumlimiet in.
Selecteer het vak voor de minimum-
limiet en druk vervolgens op <0>.
Draai aan het instelwiel <
5
> om de
minimum-ISO-snelheid te selecteren en
druk vervolgens op <
0
>.
4
Stel de maximumlimiet in.
Selecteer het vak voor de
maximumlimiet en druk vervolgens
op <0>.
Draai aan het instelwiel <
5
> om de
maximum-ISO-snelheid te selecteren en
druk vervolgens op <
0
>.
5
Verlaat de instelling.
Draai aan het instelwiel <5> om
[OK] te selecteren en druk vervolgens
op <0>.
Het menu wordt weer weergegeven.
3 Het ISO-snelheidsbereik instellen