User manual
191
D Flitsfotografie
Wanneer Speedlites uit de EZ-, E-, EG-, ML- en TL-serie worden
ingesteld op de automatische A-TTL- of TTL-flitsmodus, werkt
de flitser alleen op volledig vermogen.
Stel de opnamemodus van de camera in op <a> (handmatige
belichting) of <f> (AE met diafragmavoorkeur) en pas de
diafragma-instelling aan voordat u de opname maakt.
Als u een Speedlite gebruikt die over een modus voor handmatig flitsen
beschikt, maakt u de opname in de modus voor handmatig flitsen.
Synchronisatiesnelheid
De synchronisatietijd met compacte flitsers van andere merken is
1/200 seconde of langzamer. Aangezien de flitsduur bij grote studioflitsers
langer is dan bij compacte flitsers, moet u de synchronisatietijd bij deze
flitsers instellen op een tijd tussen 1/60 en 1/30 seconde. Test de
flitssynchronisatie altijd voordat u opnamen maakt.
Pc-aansluiting
De pc-aansluiting van de camera kan
worden gebruikt voor flitsers met een
synchronisatiesnoer. De pc-
aansluiting is voorzien van
schroefdraad om te voorkomen dat
het snoer per ongeluk losraakt.
De pc-aansluiting van de camera
heeft geen polariteit. U kunt elk
willekeurig synchronisatiesnoer
aansluiten, ongeacht de polariteit.
Live view-opnamen: waarschuwing
Als u een flitser van een ander merk gebruikt tijdens het maken van Live view-
opnamen, stelt u [
z4: Stille LV-opname
] in op [
Uitschakelen
] (pag. 208).
De flitser werkt niet als deze optie is ingesteld op [
Modus 1
] of [
Modus 2
].
Canon Speedlites gebruiken die niet van de EX-serie zijn
Flitsers van een ander merk gebruiken