User manual
226
k Movie-opnamen
De ISO-snelheid tijdens opnamen met handmatige belichting
Met [Auto] (A) wordt de ISO-snelheid automatisch ingesteld op een
waarde tussen ISO 100 en 12800.
U kunt de ISO-snelheid handmatig tussen ISO 100 en 12800 instellen
met stappen van 1/3-stop. Wanneer u onder [
z2: ISO-
snelheidsinst.
] in [
ISO-snelh.bereik
] de instelling [
Maximum
] instelt
op [
25600/H
], wordt de maximale ISO-snelheid voor handmatige
instelling van de ISO-snelheid verhoogd tot H (gelijk aan ISO 25600).
Wanneer u [
Maximum
] instelt op [
25600
], wordt de maximum-ISO-
snelheid niet verhoogd en blijft deze op de waarde ISO 12800 staan.
Indien [z3: Lichte tonen prioriteit] is ingesteld op [Inschakelen]
(pag. 148), kunt u de ISO-snelheid instellen tussen ISO 200 en
12800 (afhankelijk van de instelling bij [ISO-snelh.bereik].
In [
z
2: ISO-snelheidsinst.
] kunnen [
Auto ISO-bereik
] en [
Min.
sluitertijd
] niet voor movie-opnamen worden ingesteld (pag. 129, 130).
Omdat het opnemen van een movie met ISO 16000/20000/25600 in veel
ruis kan resulteren, worden deze waarden gezien als verhoogde ISO-
snelheden (aangeduid met [H]).
Indien [
Minimum
] is ingesteld op [
L(50)
] en [
Maximum
] op [
H1(51200)
] of
[
H2(102400)
] in [
ISO-snelh.bereik
] en u overschakelt van foto's naar movie-
opnamen, wordt de minimuminstelling voor het handmatig instelbare ISO-
bereik ISO 100 en wordt het maximum H (ISO 25600). De ISO-snelheid kan
niet worden verhoogd naar ISO 50 of ISO 51200/102400.
Het wordt afgeraden om tijdens de movie-opname de sluitertijd of het diafragma
aan te passen omdat de wijzigingen in de belichting worden opgenomen.
Bij het opnemen van een movie of een bewegend onderwerp wordt een
sluitertijd van 1/30 tot 1/125 seconde aanbevolen. Hoe korter de sluitertijd,
hoe minder vloeiend de beweging van het onderwerp eruit zal zien.
Indien u de sluitertijd wijzigt wanneer u bij TL- of ledlicht werkt, kan er
flikkering van het beeld worden opgenomen.
Indien ISO auto is ingesteld, kunt u op de knop <A> drukken om de
ISO-snelheid te vergrendelen.
Wanneer u op de knop <
A
> drukt en vervolgens een nieuwe beeldcompositie maakt,
kunt u het verschil in het belichtingsniveau zien op de indicator belichtings-niveau
(pag. 22, 227) in vergelijking met de eerste keer dat u op de knop <
A
> drukte.
U kunt het histogram weergeven door op de knop <B> te drukken.