User manual

237
3 De geluidsopname instellen
De microfoon gebruiken
De ingebouwde microfoon neemt geluid in mono op. Opname in
stereogeluid is mogelijk door een externe stereomicrofoon (in de
winkel verkrijgbaar) die is uitgerust met een ministereostekker
(van 3,5 mm) aan te sluiten op de IN-aansluiting voor externe
microfoons op de camera (pag. 19). Wanneer er een externe
microfoon wordt aangesloten, schakelt de geluidsopname
automatisch over op de externe microfoon.
Hoofdtelefoon gebruiken
Het is mogelijk om tijdens movie-opname naar geluid te luisteren
door een externe stereohoofdtelefoon (afzonderlijk verkrijgbaar) met
een ministekker van 3,5 mm aan te sluiten op de aansluiting voor
hoofdtelefoons op de camera (pag. 19). Indien u gebruikmaakt van
een externe stereomicrofoon, kunt u het geluid in stereo horen.
U kunt ook een hoofdtelefoon gebruiken tijdens het afspelen van
de movie.
Er wordt geen ruisreductie toegepast op de audio-output naar de
hoofdtelefoon. Deze zal daarom anders zijn dan het geluid dat is
opgenomen met de movie.
In de opnamemodus <
A
> zijn de instellingen bij [
Geluidsopname
]
[
Aan/Uit
]. Indien [
Aan
] is ingesteld, wordt het geluidsopnameniveau
automatisch aangepast (zoals bij [
Auto
]), maar wordt de windfilterfunctie
niet ingeschakeld.
Om het volume van de hoofdtelefoon aan te passen, drukt u op de knop
<
Q
> en kantelt u de multifunctionele knop omhoog of omlaag terwijl u op
de knop <
c
> drukt. Maar het volume van de hoofdtelefoon wordt niet
weergegeven op het scherm. Pas het aan terwijl u naar het geluid luistert.
De geluidsvolumebalans tussen L (links) en R (rechts) kan niet worden
aangepast.
De 48 kHz samplingfrequentie wordt 16-bits opnamen voor zowel L als R.
Indien [z5: Stille bediening] is ingesteld op [h insch.] (pag. 238),
kunt u het geluidsopnameniveau aanpassen met het touch pad <h>
om de camerageluiden tijdens movie-opname te verminderen.