User manual

263
U kunt tijdens de weergave op de knop <
Q
> drukken om de volgende
opties in te stellen: [
K: Beveilig beelden
], [
b
: Beeld roteren],
[
9: Classificatie
], [
R
: RAW-beeldverwerking] (alleen RAW-beelden),
[
S
: Wijzig formaat] (alleen JPEG-beelden), [
: Overbelichtings-
waarschuwing
], [
:AF-puntweergave
], [
e: Spring met 6
].
Voor movies kunnen alleen de functies die hierboven vetgedrukt
worden weergegeven worden ingesteld.
1
Druk op de knop <Q>.
Druk tijdens de opnameweergave
op de knop <Q>.
Het scherm Snel instellen wordt
weergegeven.
2
Selecteer een functie en stel deze
in.
Beweeg <9> omhoog of omlaag om
een functie te selecteren.
De instelling van de geselecteerde
functie wordt onderaan weergegeven.
Draai aan het instelwiel <5> om de
functie in te stellen.
Druk voor RAW-beeldverwerking en
Wijzig formaat op <0> en stel de
functie in. Raadpleeg pagina 288
voor meer informatie over RAW-
beeldverwerking en pagina 293 voor
informatie over Wijzig formaat. Druk
op de knop <M> om te annuleren.
3
Verlaat de instelling.
Wanneer u op de knop <Q> drukt,
wordt het scherm Snel instellen
uitgeschakeld.
Q Snel instellen tijdens weergave