User manual

285
De helderheid van het LCD-scherm wordt automatisch aangepast
voor een optimale weergave. U kunt het helderheidsniveau van de
automatische aanpassing instellen (lichter of donkerder) of de
helderheid handmatig aanpassen.
1
Selecteer [LCD-helderheid].
Selecteer [LCD-helderheid] op het
tabblad [52] en druk vervolgens op
<0>.
2
Selecteer [Auto] of [Handmatig].
Draai aan het instelwiel <6> om
een optie te selecteren.
3
Pas de helderheid aan.
Kijk naar het diagram met grijswaarden
en draai aan het instelwiel <
5
>.
Druk vervolgens op <
0
>.
U kunt [
Auto
] instellen op drie niveaus,
en [
Handmatig
] op zeven niveaus.
De instellingen voor het weergeven van opnamen wijzigen
3 De helderheid van het LCD-scherm aanpassen
Automatische aanpassing Handmatige aanpassing
Let erop wanneer [
Auto
] is ingesteld dat de ronde, externe lichtsensor (pag. 20)
rechts op het LCD-scherm niet wordt geblokkeerd door uw vinger of iets dergelijks.
Als u de belichting van de opname wilt controleren, raden we u aan om naar
het histogram te kijken (pag. 254).