User manual
306
wAfdrukken
4
Stel de afdrukeffecten in.
Geef de instellingen op, indien
gewenst. Als u geen afdrukeffecten
wilt instellen, gaat u naar stap 5.
De schermweergave kan per printer verschillen.
Selecteer de optie en druk vervolgens
op <0>.
Selecteer het gewenste afdrukeffect
en druk vervolgens op <0>.
Als het pictogram <
e
> naast <
z
>
helder wordt weergegeven, kunt u het
afdrukeffect aanpassen (pag. 308).
*
Wijzigingen in de afdrukeffecten zijn zichtbaar in de opname, die linksboven wordt weergegeven. Het beeld
dat wordt afgedrukt, kan er iets anders uitzien dan het weergegeven beeld. Het weergegeven beeld is slechts
een benadering. Dit geldt ook voor de instellingen [Helderheid] en [Levels aanp.] op pagina 308.
Afdrukeffect Omschrijving
EAan
De opname wordt afgedrukt in overeenstemming met de
standaardkleuren van de printer. De Exif-gegevens van de opname
worden gebruikt voor het maken van automatische correcties.
EUit Er wordt geen automatische correctie uitgevoerd.
EVIVID
De opname wordt afgedrukt met een hogere verzadiging,
voor levendige blauw- en groentinten.
ENR Beeldruis wordt vóór het afdrukken verminderd.
0 Z/W
Opnamen worden afgedrukt in zwart-wit, waarbij zwart echt zwart is.
0
Koele toon
Opnamen worden afgedrukt in zwart-wit, met koele, blauwachtige zwarttinten.
0
Warme toon
Opnamen worden afgedrukt in zwart-wit, met warme, gelige zwarttinten.
zNatuurlijk
Opnamen worden afgedrukt met de oorspronkelijke kleuren en het oorspronkelijke
contrast. Er worden geen automatische kleuraanpassingen gemaakt.
zNatuurl. M
De afdrukkenmerken zijn hetzelfde als voor de instelling 'Natuurlijk'. Met deze
instelling zijn fijnere aanpassingen voor het afdrukken mogelijk dan met 'Natuurlijk'.
EStandaard
De afdrukken verschillen per printer. Raadpleeg de
instructiehandleiding van de printer voor meer informatie.
Wanneer de opnamegegevens van een opname die is gemaakt bij ISO-snelheid
H1 of H2 worden afgedrukt, wordt mogelijk niet de juiste ISO-snelheid afgedrukt.