User manual
330
82: Aangepaste bediening
Wanneer u op de knop drukt die aan deze functie is toegewezen,
worden de meting en de AF uitgevoerd.
*1: Als u de functie [Meten en AF-start] aan de knoppen <p> en <A> toewijst
en de functie toevoegt om naar het ingesteld AF-punt over te schakelen, schakelt u
direct over naar het ingestelde AF-punt. Druk op de knop <B> in stap 3 op
pagina 327 om deze functie in te schakelen. Selecteer [Ingesteld AF-punt] in het
selectiescherm [AF-startpunt].
Een AF-punt instellen en gebruiken
1. Stel de AF-gebiedselectiemodus in op een van de volgende opties:
Één punt Spot AF, Eén punt AF, AF-puntuitbreiding (handmatige
selectie, omringende punten) of Automatische selectie: 61-punten AF.
(Zone-AF kan niet worden ingesteld.)
2. Selecteer handmatig een AF-punt (pag. 74).
3. Houd de knop <S> ingedrukt en druk op de knop <U>. Er klinkt een
pieptoon. Het AF-punt is nu vastgelegd. Als de AF-gebiedselectie-
modus niet is ingesteld op Automatische selectie: 61-punten AF,
knippert het ingestelde AF-punt.
Als [24: AF-punt op basis van richting] is ingesteld op
[Verschillende AF-punten], kunt u het AF-punt afzonderlijk instellen
voor verticale (cameragreep aan de boven- of onderkant) en
horizontale richting.
4. Wanneer u op de knop <p> die aan deze functie is toegewezen
of op de knop <A> drukt, schakelt de camera naar het AF-punt dat u
bij het registreren handmatig hebt geselecteerd.
Als u het ingestelde AF-punt wilt annuleren, houdt u de knop <S>
ingedrukt en drukt u op de knop <m>. Het ingestelde AF-punt
wordt ook geannuleerd als u [54: Wis alle camera-instellingen]
selecteert.
: Meten en AF-start
Wanneer een AF-punt is vastgelegd, wordt het volgende weergegeven:
• Automatische selectie: 61-punten AF: HP
• Één punt Spot AF, Eén punt AF, AF-puntuitbreiding: SEL (midden)/
SEL HP (buiten midden)
Wanneer
SEL
of
SEL HP
is ingesteld, knippert het opgegeven AF-punt.