User manual
332
82: Aangepaste bediening
Wanneer u tijdens een meting op de knop drukt die aan deze functie is
toegewezen, gaat de camera naar het AF-punt dat is ingesteld op pagina 330.
*3: Wanneer u bij stap 3 op pagina 327 op de knop <B> drukt, kunt u [Alleen bij
vasthouden schakelen] of [Elke keer schak. bij drk. knop] selecteren.
Tijdens een meting kunt u een AF-punt rechtstreeks met het instelwiel
<5> of <9> selecteren, zonder op de knop <S> te drukken. Met het
instelwiel <5> kunt u een AF-punt links of rechts selecteren. (Met
Zone-AF verandert de geselecteerde zone in een herhalende reeks.)
*4: Als u <9> gebruikt en bij stap 3 op pagina 327 op de knop <B> drukt, kunt u
[Naar middelste AF-punt gaan] of [Naar ingesteld AF-punt gaan] selecteren door
<9> helemaal naar beneden te duwen.
Wanneer u de ontspanknop half indrukt, wordt alleen een lichtmeting uitgevoerd.
Wanneer u op de knop drukt die aan deze functie is toegewezen, kunt u de
belichting tijdens de meting vergrendelen (AE-vergrendeling). Dit is handig
wanneer u de opname op meerdere gebieden wilt scherpstellen en meten
of een aantal opnamen wilt maken met dezelfde belichtingsinstelling.
De belichting wordt vergrendeld (AE-vergrendeling) wanneer u de ontspanknop indrukt.
: Naar ingesteld AF-punt gaan
: Directe AF-puntselectie
: Start meten
: AE-vergrendeling
: AE-vergrendeling (bij ingedrukte knop)
Als [AE-vergr. (bij ingedrukte knop)] aan de ontspanknop is toegewezen,
functioneren knoppen die aan [AE-vergrendeling] of [AE-vergr. (vasth.)]
zijn toegewezen ook als [AE-vergr. (bij ingedrukte knop)].
Als u het diafragma in <a>-modus wijzigt wanneer [Directe AF-puntselectie]
is ingesteld, moet u het <6>-instelwiel draaien terwijl u de <A >-knop
ingedrukt houdt.