User manual
333
82: Aangepaste bediening
Wanneer u op de knop drukt die aan deze functie is toegewezen, kunt
u de belichting vergrendelen (AE-vergrendeling). De AE-vergrendeling
blijft actief totdat u nogmaals op de knop drukt. Dit is handig wanneer
u de opname op meerdere gebieden wilt scherpstellen en meten of een
aantal opnamen wilt maken met dezelfde belichtingsinstelling.
Wanneer u bij fotografie met flits op de knop drukt die aan deze functie
is toegewezen, wordt er voorgeflitst en wordt de vereiste flitsoutput
(FE-vergrendeling) vastgelegd.
U kunt de ISO-snelheid instellen door <0> ingedrukt te houden en
aan het instelwiel <6> te draaien. Als Auto ISO is ingesteld, dient de
ISO-snelheid handmatig te worden ingesteld. Auto ISO kan niet worden
ingesteld. Als u deze functie in de modus <a> gebruikt, kunt u de
belichting aanpassen via de ISO-snelheid en daarbij de ingestelde
sluitertijd en het diafragma behouden.
Tijdens meting kunt u de ISO-snelheid instellen door aan het instelwiel
<5> te draaien.
Als Auto ISO is ingesteld, dient de ISO-snelheid handmatig te worden
ingesteld. Auto ISO kan niet worden ingesteld. Als u deze functie in de
modus <a> gebruikt, kunt u de belichting aanpassen via de ISO-
snelheid en daarbij de ingestelde sluitertijd en het diafragma behouden.
In de modus <a> (handmatige belichting) kunt u de sluitertijd instellen
met het instelwiel <6> of <5>.
In de modus <a> (handmatige belichting) kunt u het diafragma
instellen met het instelwiel <6> of <5>.
: AE-vergrendeling (vasthouden)
: FE-vergrendeling
: ISO-snelheid instellen (knop vasthouden, draaien)
: ISO-snelheid instellen ( tijdens meting)
: Sluitertijdinstel. in M-modus
: Diafragma-instelling in M-modus