User manual

335
82: Aangepaste bediening
Wanneer u op de knop voor scherptedieptecontrole drukt, wordt het
diafragma verkleind en kunt u de scherptediepte controleren (pag. 167).
Als de IS-schakelaar op het objectief is ingesteld op <1>, wordt
de Image Stabilizer (beeldstabilisatie) van het objectief geactiveerd
wanneer u op de knop drukt die aan deze functie is toegewezen.
Wanneer u op de knop drukt die aan deze functie is toegewezen,
worden met behulp van de AF-punten een raster en een digitale
horizon weergegeven in de zoeker.
: Scherpte-dieptecontrole
: Beeldstabilisatie starten
: Digitale horizon in zoeker
Meer dan 4°
Meer dan 6°