User manual
368
Problemen oplossen
Als [
z3: Lichte tonen prioriteit
] is ingesteld op [
Inschakelen
], kan Auto
Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) niet worden ingesteld. Als
[
z3: [Lichte tonen prioriteit
] is ingesteld op [
Uitschakelen
], kan Auto
Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) wel worden ingesteld (pag. 148).
Stel [
z
2: Auto Lighting Optimizer/
z
2: Auto optimalisatie helderheid
]
in op [
Deactiveren
]. Als [
Standaard/Zwak/Hoog
] is ingesteld, kan de
opname toch licht uitvallen zelfs als u een kleinere belichtings-compensatie
of flitsbelichtingscompensatie (pag. 171) hebt ingesteld.
Als [
Aan:ContOpn
] is ingesteld, zijn Live view-weergave, weergave direct na de
opname en opnameweergave niet mogelijk tijdens het maken van opnamen (pag. 179).
Wanneer de opnamekwaliteit is ingesteld op 41 of 61, worden
meerdere opnamen gemaakt met opnamekwaliteit in 1 (pag. 185).
Als u avondopnamen maakt wanneer de achtergrond donker is, wordt de sluitertijd
automatisch langer (opname met trage synchronisatie) om zowel het onderwerp
als de achtergrond goed te kunnen belichten. U kunt een lange sluitertijd vermijden
door onder [
z1:
Externe Speedlite besturing
] de functie [
Flitssyn.snelheid
AV-modus
] in te stellen op [
1/200-1/60 sec. auto
] of [
1/200 sec. (vast)
] (pag. 194).
Controleer of de flitser (of het pc-synchronisatiesnoer) goed is bevestigd op de camera.
Als u voor Live view-opnamen een flitser gebruikt van een ander merk dan
Canon, stelt u [
z4: Stille LV-opname
] in op [
Uitschakelen
] (pag. 208).
Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) kan niet worden ingesteld.
Ik stel een kleinere belichtingscompensatie in, maar de opname is toch licht.
Het Live view-beeld of de movie-opname wordt niet
weergegeven tijdens het maken van meerdere opnamen.
Meerdere opnamen worden gemaakt met opnamekwaliteit
1
.
Wanneer ik de modus
<f>
gebruik in combinatie met de flitser, neemt de sluitertijd toe.
De flitser werkt niet.