User manual
371
Problemen oplossen
Als u de sluitertijd of het diafragma tijdens movie-opnamen wijzigt,
worden de wijzigingen in de belichting mogelijk opgenomen.
Gebruik van de zoomlens tijdens movie-opnamen kan leiden tot
wijzigingen in de belichting, ongeacht of het maximale diafragma van
het objectief al dan niet wordt gewijzigd. Als gevolg daarvan worden
wijzigingen in de belichting mogelijk opgenomen.
Als u de camera snel naar links of rechts beweegt of een bewegend
voorwerp opneemt, kan het beeld er vervormd uitzien.
Flikkerend beeld, horizontale strepen (ruis) of onregelmatige belichting
kunnen worden veroorzaakt door TL-licht, ledlampen of ander
kunstmatig licht tijdens movie-opnamen. Bovendien kunnen
veranderingen in de belichting (helderheid) of de kleurtoon ook
worden opgenomen. In de modus <a> kan een langere sluitertijd
het probleem verhelpen.
Om foto's te maken tijdens movie-opnamen, is het raadzaam om een
CF-kaart te gebruiken die compatibel is met UDMA-
overdrachtsnelheden.
Ook het instellen van een lagere beeldkwaliteit voor foto's en het
maken van minder continu-opnamen kan het probleem verhelpen.
Wanneer u tijdens movie-opnamen foto's maakt, ontstaat er een
discrepantie tussen de feitelijke tijd en de tijdcode. Als u een movie wilt
bewerken aan de hand van de tijdcode, is het raadzaam om tijdens
het filmen geen foto's te maken.
De belichting verandert tijdens movie-opnamen.
Het onderwerp ziet er vervormd uit tijdens movie-opnamen.
De opname flikkert of er zijn horizontale strepen te zien tijdens de movie-opname.
Als ik foto's maak tijdens movie-opnamen, stopt de movie-opname.
De tijdcode klopt niet.