User manual

4
Pictogrammen in deze handleiding
<6> : Het hoofdinstelwiel.
<5> : Het snelinstelwiel.
<9> : De multifunctionele knop.
<0> : De instelknop.
0, 9, 7, 8 : Hiermee wordt aangeduid dat de desbetreffende
functie 4, 6, 10 of 16 seconden actief blijft. nadat
u de knop loslaat.
* De pictogrammen en markeringen in deze handleiding die verwijzen naar
knoppen, instelwielen en instellingen op de camera, komen overeen met
de pictogrammen en markeringen op de camera en het LCD-scherm.
3
: Hiermee wordt verwezen naar een functie die u kunt wijzigen
door op de knop <
M
> te drukken en de instelling te wijzigen.
M : Indien het sterretje rechtsboven op de pagina wordt
weergegeven, is de functie alleen beschikbaar als het
programmakeuzewiel is ingesteld op d, s, f, a of F.
* De respectieve functie kan niet worden gebruikt in de modus <A>
(Automatisch/scène).
(pag. **)
: Referentiepaginanummers voor meer informatie.
: Waarschuwing om opnameproblemen te voorkomen.
: Aanvullende informatie.
: Tips of advies voor betere opnamen.
: Advies voor het oplossen van problemen.
Basisveronderstellingen
Bij alle handelingen die in deze handleiding worden beschreven,
wordt ervan uitgegaan dat de aan-uitschakelaar al is ingesteld
op <1> en de <R>-schakelaar naar links is ingesteld
(Multifunctievergrendeling ontgrendeld) (pag. 34, 47).
Er wordt aangenomen dat alle menu-instellingen en persoonlijke
voorkeuzen op de standaardinstellingen zijn ingesteld.
Als voorbeeld is er in de handleiding een EF 50mm f/1.4 USM-
objectief (of EF 24-105mm f/4L IS USM) op de camera bevestigd.
Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt