User manual

46
Basisbediening
(1) Druk op een knop en draai aan
het instelwiel <5>.
Wanneer u op een knop zoals <
n
>, <
o
>
of <
m
> drukt, blijft de desbetreffende functie zes
seconden lang (
9
) geselecteerd. Tijdens deze zes seconden
kunt u de gewenste instelling maken met het instelwiel <
5
>.
Wanneer de functie niet meer actief is of als u de ontspanknop
half indrukt, is de camera klaar om een opname te maken.
Gebruik dit instelwiel als u de witbalans, de
transportmodus, de flitsbelichtingscompensatie,
het AF-punt, enzovoort wilt selecteren of instellen.
(2)
Draai alleen aan het instelwiel <
5
>.
Draai terwijl u in de zoeker of op het LCD-
paneel kijkt aan het instelwiel <
5
> om de
gewenste instelling te selecteren.
Gebruik dit instelwiel om de waarde voor de
belichtingscompensatie, het diafragma voor
handmatige belichting, enzovoort in te stellen.
Tijdens movie-opname biedt het touch pad een geruisloos alternatief om de
sluitertijd, het diafragma, de ISO-snelheid, een belichtingscompensatie, het
geluidsopname-niveau en het hoofdtelefoonvolume aan te passen (pag. 238). Deze
functie is actief wanneer [
z5:
Stille bediening
] is ingesteld op [
Insch. h
].
Nadat u op de knop <Q> hebt
gedrukt, tikt u op de binnenste
ring van het instelwiel <5>,
boven, onder, links of rechts.
5 Snelinstelwiel
h Touch pad
De handelingen in (1) zijn ook mogelijk wanneer de <R>-schakelaar
naar rechts staat (Multifunctievergrendeling, pag. 47).