User manual

16
Stel eerst een bijnaam voor de camera in (ten behoeve van identificatie).
Wanneer de camera draadloos op een ander apparaat is aangesloten,
wo
rdt de bijnaam op dat apparaat weergegeven.
U
kunt pas de
draadloze functies instellen als u een bijnaam hebt ingevoerd.
1
Selecteer [Communicatie-
instellingen].
Druk op de knop <
M
>, selecteer
[
Communicatie-instellingen
] op het
tabblad [
54
] en druk op <
0
>.
2
Selecteer [Ingebouwde
draadloze inst.].
3
Selecteer [Bijnaam].
Wanneer deze functie voor het eerst
wordt geselecteerd, verschijnt er een
scherm waarin u een bijnaam moet
opgeven. Druk op <
0
> en ga verder
naar stap 4.
Een bijnaam opgeven