User manual

22
Basisbediening en -instellingen
Als opnamen met meervoudige belichting of time-lapse-movie is
ingesteld, kunt u [54: Communicatie-instellingen] niet selecteren.
Aandachtspunten bij interfacekabelverbindingen
Als een Wireless LAN-verbinding actief is, kunt u de camera niet
gebruiken door deze te verbinden met Connect Station, een computer,
een Wireless File Transmitter of een ander apparaat met een kabel.
Verbreek de verbinding voordat u een kabel aansluit.
Als de camera is aangesloten op Connect Station, een computer, een
Wireless File Transmitter of een ander apparaat met een kabel, kunt
u [Ingebouwde draadloze inst.] niet selecteren. Ontkoppel de kabel
voordat u de instellingen configureert.
Kaarten
Voor [l] en [w] kan de camera niet draadloos worden aangesloten
wanneer geen kaart met opgeslagen opnamen in de camera is
geplaatst.
De camera gebruiken wanneer een draadloze verbinding is gemaakt
Wanneer u de draadloze verbinding prioriteit wilt geven, dient u niet aan
de aan-uitschakelaar, het kaartsleufklepje of het accucompartimentklepje
of andere onderdelen te komen. Anders kan de draadloze verbinding
verbroken worden.
Gebruik van een Eye-Fi-kaart
Wanneer [Wi-Fi/NFC] wordt ingesteld op [Inschakelen], wordt
beeldoverdracht via een Eye-Fi-kaart uitgeschakeld.