User manual

3
Inleiding
(1)q Communiceren met een smartphone
(pag. 29, 59, 83)
Sluit de camera draadloos aan op een smartphone of tablet en gebruik
de toepassing Camera Connect om de camera op afstand te bedienen
of om opnamen die op de camera zijn opgeslagen, te bekijken.
In deze handleiding en op het LCD-scherm van de camera wordt
met de term ‘smartphone’ verwezen naar smartphones en tablets.
Smartphones met NFC
*
-ondersteuning kunnen worden verbonden
door ze tegen de camera te drukken.
* Near Field Communication
(2)Opnamen opslaan op Connect Station
(pag. 39)
Houd de camera dichtbij Connect Station (afzonderlijk ver
krijgbaar)
om te verbinden en opnamen op te slaan.
(3)D De camera op afstand bedienen met EOS Utility
(pag. 43, 59, 99)
Breng een draadloze verbinding tussen de camera en de computer tot
stand en bedien de camera op afstand met EOS Utility (EOS-software).
(4)l Opnamen printen met een Wi-Fi-printer
(pag. 49, 59, 103)
Verbind de camera draadloos met een printer die PictBridge
(
Wireless LAN) ondersteunt om opnamen te kunnen afdrukken.
(5)Beelden overbrengen naar een FTP-server
(pag. 75, 113)
Verbind de camera draadloos met een FTP-server om vastgelegde
opnamen over te brengen.
(6)w Opnamen naar een webservice versturen
(pag. 129)
Deel opnamen met uw vrienden en familie of deel opnamen met
behulp van verschillende webservices via CANON iMAGE
GATEWAY, een online fotoservice voor Canon-gebruikers
(gratis registratie is vereist).
Werk de Connect Station-firmware bij naar de meest recente versie.
De CANON iMAGE GATEWAY-webservices worden niet in alle landen
en gebieden ondersteund. Voor informatie over de ondersteunde landen
en gebieden raadpleegt u de website van Canon (www.canon.com/cig).