User manual

Table Of Contents
117
3 Kenmerken AI Servo AF selecterenN
U kunt de drie parameters van elke case handmatig aanpassen:
1. Trackinggevoeligheid, 2. Versnellen/vertragen tracking en
3. AF-punt aut. schak.
1
Selecteer een case.
Draai aan het instelwiel <5> om het
pictogram van de case die u wilt
aanpassen te selecteren.
2
Druk op de knop <c>.
De geselecteerde parameter heeft
een paars kader.
3
Selecteer de parameter die u wilt
aanpassen.
Selecteer de parameter die u wilt
aanpassen en druk op <0>.
Wanneer Trackinggevoeligheid wordt
geselecteerd, verschijnt het
instelscherm.
4
Maak de aanpassing.
Pas de instelling aan en druk
op <0>.
De aanpassing wordt opgeslagen.
De standaardinstelling wordt
aangegeven met de lichtgrijze
markering [C].
Druk op de knop <c> om terug te
keren naar het scherm van stap 1.
Parameterinstellingen van cases aanpassen
Als u in stap op de knop <
c
> en vervolgens op de knop <
L
> drukt, kunt
u de parameterinstellingen 1, 2 en 3 hierboven in elk geval terugzetten.
U kunt de parameterinstellingen 1, 2 en 3 ook registreren in Mijn menu (pag. 432).
Als u dat doet, worden de instellingen van de geselecteerde case gewijzigd.
Wanneer u opnamen wilt maken met een case waarvan u de parameters hebt
aangepast, selecteert u de aangepaste case en maakt u vervolgens de opname.