User manual
Table Of Contents
- EOS 5Ds/EOS 5Ds R
- Inleiding
- Aan de slag
- De accu opladen
- De accu plaatsen en verwijderen
- De kaart plaatsen en verwijderen
- De camera inschakelen
- Datum, tijd en tijdzone instellen
- De interfacetaal selecteren
- Een lens bevestigen en verwijderen
- Basisbediening
- Quick Control voor opnamefuncties
- Menugebruik
- Voordat u begint
- Het raster weergeven
- De digitale horizon weergeven
- Zoekerweergave instellen
- Help
- Foto's maken met basisfuncties
- De AF- en transportmodi instellen
- De AF-bediening selecteren
- Het AF-gebied en het AF-punt selecteren
- AF-gebiedselectiemodi
- AF-sensor
- Lenzen en bruikbare AF-punten
- Kenmerken AI Servo AF selecteren
- AF-functies aanpassen
- Fijnafstelling van het scherpstelpunt bij automatische scherpstelling
- Wanneer niet automatisch kan worden scherpgesteld
- De transportmodus selecteren
- De zelfontspanner gebruiken
- Opname-instellingen
- Kaart selecteren voor opname en weergave
- De opnamekwaliteit instellen
- Bijsnijden/aspect ratio instellen
- De ISO-snelheid instellen
- Een beeldstijl selecteren
- Een beeldstijl aanpassen
- Een beeldstijl vastleggen
- de witbalans instellen
- Witbalanscorrectie
- Helderheid en contrast automatisch corrigeren
- Ruisreductie instellen
- Lichte tonen prioriteit
- Correctie van helderheid randen en chromatische aberratie
- Flikkeren verminderen
- De kleurruimte instellen
- Een map maken en selecteren
- De bestandsnaam wijzigen
- Methoden voor bestandsnummering
- Copyrightinformatie instellen
- Geavanceerde functies
- AE-programma
- AE met sluitertijdvoorkeuze
- AE met diafragmavoorkeuze
- Handmatige belichting
- De meetmethode selecteren
- Belichtingscompensatie instellen
- Auto Exposure Bracketing (AEB)
- AE-vergrendeling
- Bulb-belichting
- HDR-opnamen (High Dynamic Range)
- Meervoudige belichting
- Spiegel opklappen
- De oculairafsluiting gebruiken
- Een afstandsbediening gebruiken
- Opnamen maken met de afstandsbediening
- Intervaltimeropnamen
- Opnamen maken met de flitser
- Opnamen maken met het LCD- scherm (Live View-opnamen)
- Movie-opname
- Opnamen weergeven
- Opnamen weergeven
- Weergave met opname-informatie
- Snel opnamen zoeken
- Opnamen vergroten
- Beelden vergelijken (weergave van twee opnamen)
- De opname roteren
- Opnamen beveiligen
- Classificaties instellen
- Quick Control voor weergave
- Genieten van movies
- Movies afspelen
- De eerste en laatste beelden van een movie bewerken
- Diavoorstelling (automatische weergave)
- Opnamen op een televisie bekijken
- Opnamen kopiëren
- Opnamen wissen
- De instellingen voor het weergeven van opnamen wijzigen
- Opnamen naverwerken
- Sensorreiniging
- Opnamen printen en overbrengen naar een computer
- De camera aanpassen aan uw voorkeuren
- Referentie
- Opnamen downloaden naar een computer
127
3 AF-functies aanpassenN
: Aparte AF-ptn:gebied+pt
De AF-gebiedselectiemodus en het AF-punt (of de zone) kunnen
afzonderlijk worden ingesteld voor elke camerarichting
(1. Horizontaal, 2. Verticaal met de cameragreep aan de bovenkant,
3. Verticaal met de cameragreep aan de onderkant).
Wanneer u de AF-gebiedselectiemodus en het AF-punt (of de zone)
handmatig voor elk van de drie camerarichtingen selecteert, worden
deze voor de desbetreffende richting ingesteld. Wanneer u de
camerarichting tijdens het maken van opnamen wijzigt, schakelt de
camera over naar de AF-gebiedselectiemodus en het handmatig
geselecteerde AF-punt (of de handmatig geselecteerde zone)
die voor de desbetreffende richting zijn ingesteld.
: Aparte AF-ptn:alleen pt
Het AF-punt kan voor elke camerarichting afzonderlijk worden
ingesteld (1. Horizontaal, 2. Verticaal met de cameragreep aan de
bovenkant, 3. Verticaal met de cameragreep aan de onderkant).
Bij gebruik van dezelfde AF-gebiedselectiemodus schakelt het
AF-punt automatisch over voor de desbetreffende camerarichting.
Wanneer u het AF-punt handmatig voor elk van de drie
camerarichtingen selecteert, worden deze voor de desbetreffende
richting ingesteld. Tijdens het maken van opnamen schakelt het
handmatig geselecteerde AF-punt over overeenkomstig de
desbetreffende camerarichting. Zelfs als u de AF-
gebiedselectiemodus wijzigt in Handmatige selectie:Spot-AF,
Handm. selectie:1 pt AF, AF-gebied uitbr.: of AF-geb.
uitbr.:omringen, blijft het ingestelde AF-punt voor de desbetreffende
richting behouden.
Als u de AF-gebiedselectiemodus wijzigt in Zone-AF
(handmatige selectie van een zone), schakelt de zone over
conform de desbetreffende camerarichting.
Als u de standaardinstellingen van de camera herstelt (pag. 70), is de
instelling [Gelijk voor vertic./horiz.]. Ook worden uw instellingen voor
de drie camerarichtingen (1, 2 en 3) verwijderd. Deze worden alle drie
teruggezet op Eén-punts AF (handmatige selectie) met het middelste
AF-punt geselecteerd.
Als u dit instelt en later een lens bevestigt van een andere AF-groep
(pag. 100-104, met name Groep H), kan de instelling gewist worden.