User manual

Table Of Contents
147
3 Kaart selecteren voor opname en weergave
Standaard
De opnamen worden opgeslagen op de kaart die met [Opn./weerg.]
is geselecteerd.
Auto. kaartwissel
Hetzelfde als bij de instelling [Standaard], maar als op een gegeven
moment de kaart vol is, zal de camera automatisch overschakelen
naar de andere kaart voor het opslaan van de opnamen. Als
automatisch naar een andere kaart wordt overgeschakeld, wordt
een nieuwe map gemaakt.
Apart opslaan
U kunt de opnamekwaliteit voor elke kaart afzonderlijk instellen
(pag. 149). Elke beeld wordt op zowel de CF-kaart als de SD-kaart
opgeslagen met de door u ingestelde opnamekwaliteit. U kunt de
opnamekwaliteit naar wens instellen, bijv. op 73 en 1, c en
41, enzovoort.
Opsl. nr meerdere
Elke opname wordt gelijktijdig op zowel de CF-kaart als de SD-kaart met
hetzelfde beeldformaat opgeslagen. U kunt ook RAW+JPEG selecteren.
Als [Apart opslaan] is ingesteld en voor de CF-kaart en de SD-kaart een
verschillende opnamekwaliteit is ingesteld, neemt de maximale
opnamereeks voor continue opname af (pag. 151).
Zelfs als [Opn.functie] is ingesteld op [Opsl. nr meerdere], kunnen
movies niet tegelijkertijd worden opgeslagen op zowel de CF-kaart als de
SD-kaart. Als [Apart opslaan] of [Opsl. nr meerdere] is ingesteld, wordt
de movie opgeslagen op de kaart die is ingesteld voor [Weergave].
[Apart opslaan] en [Opsl. nr meerdere]
Hetzelfde bestandsnummer wordt gebruikt voor het opnemen op zowel
de CF-kaart als de SD-kaart.
Op het LCD-paneel wordt het aantal mogelijke opnamen van de kaart
met het laagste aantal weergegeven.
Als een van de kaarten vol raakt, wordt [Kaart* vol] weergegeven en
kunnen er geen opnamen meer worden gemaakt. Als dat gebeurt, kunt u
de kaart vervangen of [Opn.functie] op [Standaard] of [Auto.
kaartwissel] instellen. U kunt vervolgens de kaart selecteren waarop
nog ruimte is en doorgaan met het maken van opnamen.