User manual

Table Of Contents
208
In deze modus stelt u het gewenste diafragma in en stelt de camera
automatisch de sluitertijd in om de standaardbelichting te verkrijgen die past
bij de helderheid van het onderwerp. Dit heet AE met diafragmavoorkeuze.
Bij een hoger f-getal (kleiner diafragma) valt een groter deel van de
voorgrond en achtergrond binnen een acceptabele scherpstelling. Bij een
lager f-getal (groter diafragma) valt daarentegen een kleiner deel van de
voorgrond en achtergrond binnen een acceptabele scherpstelling.
* <f> staat voor Aperture Value (diafragmaopening).
1
Stel het programmakeuzewiel in
op <f>.
2
Stel het gewenste diafragma in.
Terwijl u op het LCD-paneel aan de
bovenzijde of door de zoeker kijkt,
draait u het instelwiel <6>.
3
Stel scherp op het onderwerp.
Druk de ontspanknop half in.
De sluitertijd wordt automatisch
ingesteld.
4
Kijk in de zoeker en maak
een opname.
Wanneer de sluitertijd niet knippert,
is er een standaardbelichting
verkregen.
f:
AE met diafragmavoorkeuze
Scherpe voorgrond en achtergrond (met
een hoog f-getal van het diafragma: f/32)
Wazige achtergrond (met een laag f-getal
van het diafragma: f/5.6)