User manual

Table Of Contents
211
a: Handmatige belichting
Als de ISO-snelheid is ingesteld op A (AUTO), kunt u
belichtingscompensatie (pag. 214) als volgt instellen:
•[z2: Bel.comp./AEB]
Gebruik onder [83: Aangepaste bediening] [s: Bel.comp.
(vasth., dr.)] (pag. 423).
Quick Control (pag. 61)
Belichtingscompensatie met Auto ISO
Als ISO Auto is ingesteld, wordt de ISO-snelheid aangepast aan de
sluitertijd en het diafragma om een standaardbelichting te verkrijgen.
Daardoor verkrijgt u mogelijk niet het gewenste belichtingseffect. Stel in
dat geval de belichtingscompensatie in.
Als de flitser wordt gebruikt wanneer Auto ISO is ingesteld, wordt
belichtingscompensatie niet toegepast, ook niet wanneer een waarde
voor belichtingscompensatie is ingesteld.
Als in [z2: Auto Lighting Optimizer/z2: Auto optimalisatie
helderheid] <X> bij [Uitges. in modus M of B] wordt verwijderd, kan
Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) zelfs worden
ingesteld in de modus <a> (pag. 182).
Wanneer ISO Auto is ingesteld, kunt u op de knop <A> drukken om de
ISO-snelheid te vergrendelen.
Wanneer u op de knop <A> drukt en vervolgens een nieuwe
beeldcompositie maakt, kunt u op de indicator belichtingsniveau het
verschil in het belichtingsniveau zien in vergelijking met de eerste keer
dat u op de knop <A> drukte.
Als belichtingscompensatie (pag. 214) werd toegepast in de modus
<d>, <s> of <f> en de opnamemodus vervolgens naar <a>
wordt geschakeld met Auto ISO ingesteld, blijft de al ingestelde waarde
voor belichtingscompensatie van kracht.
Met Auto ISO ingesteld en [81: ISO-stappen] ingesteld op [1/2-stop],
wordt eventuele belichtingscompensatie voor 1/2-stop uitgevoerd met de
ISO-snelheid (1/3 stop) en sluitertijd. De weergegeven sluitertijd
verandert echter niet.