User manual

Table Of Contents
214
Belichtingscompensatie wordt gebruikt om de standaardbelichting die door de camera is
ingesteld lichter (langere belichting) of donkerder (kortere belichting) te maken.
Belichtingscompensatie kan worden ingesteld in de opnamemodi <
d
>, <
s
> en
<
f
>. De belichtingscompensatie kan worden ingesteld op ±5 stops met tussenstappen
van 1/3 stop. De belichtingscompensatie-indicator in de zoeker en op het LCD-paneel kan
de instelling echter alleen tot ±3 stops weergeven. Als u de belichtingscompensatie op
meer dan +3 of -3 stops wilt instellen, gebruikt u Quick Control (pag. 61) of volgt u de
aanwijzingen op voor [
z2: Bel.comp./AEB
] op de volgende pagina.
Als de modus <a> en Auto ISO beide zijn ingesteld: zie pagina 211 voor
het instellen van de belichtingscompensatie.
1
Controleer de belichting.
Druk de ontspanknop half in (
0
) en
controleer de belichtingsniveau-indicator.
2
Stel de waarde voor de
belichtingscompensatie in.
Draai aan het instelwiel <
5
> terwijl u in de
zoeker of op het LCD-paneel kijkt.
Indien deze niet kan worden ingesteld, zet u
de schakelaar <
R
> naar links en
draait u vervolgens aan het instelwiel <
5
>.
3
Maak de opname.
Als u de belichtingscompensatie wilt
annuleren, stelt u de indicator voor het
belichtingsniveau <
h
/
N
> in op de
standaardbelichtingsindex (<
a
> of <
C
>).
O Belichtingscompensatie instellenN
Langere belichting voor een lichtere opname
Kortere belichting voor een donkerdere opname
Als [z2: Auto Lighting Optimizer/z2: Auto optimalisatie helderheid]
(pag. 182) is ingesteld op iets anders dan [Uitschakelen], kan de opname
nog steeds licht zijn, zelfs als er een kleinere belichtingscompensatie voor
een donkerder opname is ingesteld.
De waarde voor de belichtingscompensatie blijft van toepassing, zelfs
nadat u de aan-uitschakelaar op <2> hebt gezet.
Nadat u de waarde voor belichtingscompensatie hebt ingesteld, kunt u
voorkomen dat de waarde ongewild wordt gewijzigd door de schakelaar
<R> naar rechts te zetten.
Indien de waarde voor belichtingscompensatie hoger is dan ±3 stops,
wordt bij het uiteinde van de indicator voor het belichtingsniveau <I> of
<J> weergegeven.