User manual

Table Of Contents
221
Details in de hoge lichten en in de schaduwen worden behouden, zodat
er een groot dynamisch bereik wordt behaald, ook bij zeer contrastrijke
scènes. HDR-opnamen zijn effectief bij het fotograferen van
landschappen en stillevens.
Bij het maken van HDR-opnamen worden voor elke foto drie
opnamen met verschillende belichtingtijden (standaardbelichting,
onderbelichting en overbelichting) vastgelegd. Deze worden
vervolgens automatisch samengevoegd. De HDR-opname wordt
vastgelegd als een JPEG-opname.
* HDR staat voor High Dynamic Range, oftewel groot dynamisch bereik.
1
Druk op de knop <b>.
2
Selecteer de HDR-modus.
Selecteer [w] en druk vervolgens
op <0>.
Het scherm van de HDR-modus
wordt geopend.
3
Stel [Dyn. bereik aanp.] in.
Selecteer de gewenste instelling voor
het dynamisch bereik en druk op <
0
>.
Wanneer u [
Auto
] selecteert, wordt het
dynamisch bereik automatisch ingesteld,
afhankelijk van het algehele kleurtoonbereik.
Hoe hoger het getal, des te groter het
dynamisch bereik.
Om het maken van HDR-opnamen uit te
schakelen, selecteert u [
HDR uitsch.
].
4
Stel [Effect] in.
Selecteer het gewenste effect en druk
vervolgens op <0>.
w
: HDR-opnamen (High Dynamic Range)
N
U kunt het maken van HDR-opnamen ook instellen met [
z
3: HDR-modus
].