User manual

Table Of Contents
262
U kunt fotograferen met een kleiner deel van de beeldsensor of
fotograferen met de ingestelde aspect ratio voor Live View-opnamen.
Om dit in te stellen met het menu, zie pagina 154. Om dit in te stellen
via het scherm Quick Control (Snel instellen), zie de volgende pagina.
Als u gebruikmaakt van [83:
Aangepaste bediening] om [Schakel
tussen bijsnijden/aspect] toe te wijzen
aan de knop <B>, drukt u gewoon
op de knop <B> terwijl het Live
View-beeld wordt weergegeven om de
instelling Bijsnijden/aspect ratio te
wisselen. Zie pagina 423 voor meer
informatie.
Wanneer de Live View-opname wordt weergegeven en u op de knop
<n>, <o>, <m> of <
b> drukt, wordt het scherm met
instellingen weergegeven op het LCD-scherm en kunt u aan het
instelwiel <6> of <5> draaien om de desbetreffende opnamefunctie
in te stellen.
Door op de knop <n> en vervolgens op de knop <B> te
drukken, kunt u de witbalans-shift en witbalansbracketing instellen.
Instellingen voor de opnamefunctie
Bijsnijden/aspect
B/q/R/f/y/i/A-instellingen
Als Bijsnijden/aspect ratio is ingesteld voor het maken van Live
View-opnamen, is het weergaveoppervlak van het beeld circa 100%
(wanneer de opnamekwaliteit is ingesteld op JPEG 73).
Wanneer u w (Deelmeting) of r (Spotmeting) instelt, wordt de
lichtmeetcirkel in het midden weergegeven.