User manual

Table Of Contents
3 Menufunctie-instellingen
266
z6 N
Stille LV-opnameN
Modus 1
U kunt de cameraruis onderdrukken wanneer u opnamen maakt.
Het is ook mogelijk om continu opnamen te maken. Indien <o>
is ingesteld, kunt u opnamen maken met een maximale snelheid
bij continue opname van circa 5,0 beelden per seconde.
Modus 2
Wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt, wordt er slechts één
opname gemaakt. Als u de ontspanknop ingedrukt houdt, kan de camera
verder niet worden bediend. U kunt de overige camerafuncties pas weer
gebruiken als u de ontspanknop weer half indrukt. Opnamegeluiden
worden hierdoor geminimaliseerd. Ook wanneer continue opname is
ingesteld, kan er slechts één opname worden gemaakt.
•Uit
Zorg dat u [Uitschakelen] instelt wanneer u een TS-E-lens
gebruikt om de lens te verschuiven of te kantelen of wanneer u
een tussenring gebruikt. Indien [Modus 1] of [Modus 2] is
ingesteld, kan er mogelijk geen standaardbelichting worden
verkregen of is de belichting mogelijk onregelmatig.
Als u [Modus 1] gebruikt bij het maken van continue opnamen, wordt de
instelling [Uitschakelen] toegepast op de tweede en volgende opnamen.
Wanneer u opnamen maakt met een flitser, wordt de instelling
[Uitschakelen] toegepast ongeacht de instelling van [Stille LV-opname].
(Stille opname kan niet worden uitgevoerd.)
Wanneer u een flitseenheid gebruikt van een ander merk dan Canon,
stelt u deze optie in op [Uitschakelen]. De flitser werkt niet als deze
optie is ingesteld op [Modus 1] of [Modus 2].
Als [Modus 2] is ingesteld en u gebruikt een afstandsbediening
(pag. 237), gaat u op dezelfde manier te werk als bij [Modus 1].