User manual

Table Of Contents
340
Tijdens weergave kunt u op de knop <Q> drukken om de volgende
opties in te stellen: [J: Beveilig beelden], [b: Beeld roteren],
[9: Classificatie], [R: RAW-beeldverwerking] (alleen RAW-beelden),
[S: Wijzig formaat] (alleen JPEG-beelden), [N: Bijsnijden]
(alleen JPEG-beelden)], [ : Overbelichtingwaarsch.],
[ : AF-puntweergave] en [e: Spring met 6].
Voor movies kunnen alleen de functies die hierboven vetgedrukt
worden weergegeven worden ingesteld.
1
Druk op de knop <Q>.
Druk tijdens de opnameweergave op
de knop <Q>.
De opties voor Quick Control worden
weergegeven.
2
Selecteer een item en stel dit in.
Beweeg <9> omhoog of omlaag om
een functie te selecteren.
De instelling van de geselecteerde
functie wordt onderaan weergegeven.
Draai aan het instelwiel <5> om de
instelling te kiezen.
Druk voor RAW-beeldverwerking,
Wijzig formaat en Bijsnijden op <0>
en stel de functie in. Zie voor meer
informatie pagina 364 voor RAW-
beeldverwerking, pagina 369 voor
Wijzig formaat en pagina 371 voor
Bijsnijden. Druk op de knop <M>
om te annuleren.
3
Verlaat de instelling.
Druk op de knop <Q> om het
scherm Quick Control (Snel instellen)
af te sluiten.
Q Quick Control voor weergave