User manual

Table Of Contents
364
U kunt 1-bestanden verwerken met de camera en ze opslaan als
JPEG-bestanden. Aangezien het RAW-bestand zelf niet wordt
gewijzigd, kunt u het RAW-bestand volgens verschillende 'recepten'
verwerken om er vervolgens diverse JPEG-bestanden van te maken.
41- en 61-bestanden kunnen niet met de camera worden
verwerkt. Gebruik Digital Photo Professional (EOS-software, pag. 504)
om die bestanden te verwerken.
1
Selecteer [RAW-beeldverwerking].
Selecteer [RAW-beeldverwerking]
op het tabblad [31] en druk
vervolgens op <0>.
1-opnamen worden weergegeven.
2
Selecteer een opname.
Draai aan het instelwiel <5> om
de opname te selecteren die u wilt
verwerken.
Als u op de knop <u> drukt en het
instelwiel <6> linksom draait, kunt
u een opname selecteren in de
indexweergave.
3
Verwerk de opname.
Druk op <0> om de RAW-
verwerkingsopties weer te geven
(pag. 366).
Gebruik <
9
> om een optie te selecteren
en draai vervolgens aan het instelwiel
<
5
> om de instelling te wijzigen.
Instellingen als 'aanpassing
helderheid', 'witbalans', enz. worden
zichtbaar in de weergegeven opname.
Druk op de knop <B> om terug te
keren naar de instellingen van de
opname zoals ze waren toen de
opname werd gemaakt.
R
RAW-opnamen met de camera verwerken
N