User manual

Table Of Contents
382
De schermweergave en instellingsopties kunnen per printer
verschillen. Sommige instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar.
Raadpleeg de instructiehandleiding van de printer voor meer informatie.
1
Selecteer de opname die u wilt
printen.
Controleer of linksboven in het LCD-
scherm het pictogram <w> wordt
weergegeven.
Draai aan het instelwiel <5> om de
opname te selecteren die u wilt
printen.
2
Druk op <
0
>.
Het scherm met printinstellingen
wordt weergegeven.
3
Selecteer [Papier inst.].
Het scherm met papierinstellingen
wordt weergegeven.
w Printen
Pictogram aangesloten printer
Scherm met printinstellingen
*
Afhankelijk van de printer kunnen bepaalde instellingen, bijvoorbeeld het printen van de
datum en het bestandsnummer en het bijsnijden, mogelijk niet worden geselecteerd.
Hiermee stelt u de printeffecten in (pag. 384).
Hiermee schakelt u het printen van datum of
bestandsnummer in of uit (pag. 385).
Hiermee stelt u het aantal te printen exemplaren in (pag. 385).
Hiermee stelt u het printgebied in (pag. 387).
Hiermee stelt u het papierformaat, de papiersoort en de indeling in (pag. 383).
Hiermee gaat u terug naar het scherm in stap 1.
Hiermee begint u met printen.
Het papierformaat, de papiersoort en de pagina-indeling die u hebt ingesteld, worden weergegeven.